Werkwoordspelling tt, vt en vtdw

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Werkwoordspelling

Lesdoelen

Aan het einde van deze les..

...weet je hoe je  werkwoorden in de tegenwoordige tijd spelt

 ...weet je hoe je werkwoorden in de verleden tijd spelt

 ...weet je hoe je het voltooid deelwoord spelt

Hoe herken je een persoonsvorm in een zin?

Hoeveel persoonsvormen heeft de volgende zin:
Ik moet naar huis lopen, terwijl ik veel liever fiets.

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Schrijf zoveel mogelijk voltooid deelwoorden op.

't Sexy Fokschaap

PV > Zet de zin in een andere tijd!

Let op! Soms lijkt een werkwoord op een voltooid deelwoord, maar dan is het de persoonsvorm.

1. Kijk altijd eerst of je te maken hebt met een pv of een andere werkwoordsvorm!

2. Persoonsvorm? > Bepaal de tijd. tt of vt.

Volgende slide: 'In welke zinnen is het rode woord een voltooid deelwoord?'

1. Ik heb een groene pen gebruikt.
2. Hij gebruikt altijd een groene pen.
3. Het gebeurt erg vaak.
4. Het is erg vaak gebeurd.
5. Hij heeft zijn auto verkocht.
6. Hij verkocht gisteren zijn auto.

Verschil sterk en
zwak werkwoord?

Wel of geen 't'?

Staat er ‘je’ of ‘jij’ achter de persoonsvorm?               geen T

Word je binnenkort 14?

Maar kun je ‘je’ niet vervangen door ‘jij’?                 wel T

Wordt je moeder gebeld? 

Vul het werkwoord ‘lopen’ in. Als je een t hoort, schrijf je een t

... je volgende week geïnterviewd?

1. Wordt
2. Word

... je vader zo opgehaald?

1. Wordt
2. Word

Wanneer -te en wanneer -de?

Vaak hoor je het zelf al

Of                gebruik 't ex kofschip!

Hoe werkt 't ex kofschip?

't ex kofschip - verleden tijd

Wanneer krijg je +te en wanneer +de?

1. Zoek de stam van het werkwoord.

2. Kijk of de laatste letter van de stam voorkomt in ’t ex kofschip.

3. Eindigt de stam op een letter uit ’t ex kofschip? 

JA

NEE

+TE(N)

+DE(N)

Wij reisten/reisden naar Frankrijk (reizen)

1. reisten
2. reisden

Wij klapten/klapden in onze handen (klappen)

1. klapten
2. klapden

Daarmee ... ik mijn rug te veel. (belasten)

1. belastte
2. belaste
3. belastde
4. belasde

Voltooid deelwoord

* Iets is al gebeurd/geweest (voltooid)
* Er staat altijd een vorm van 'hebben', 'worden' of 'zijn' in de zin.

Voorbeelden:
- Ik heb naar jou geluisterd.
- Hij is ziek geweest.
- Wij werden totaal verrast.

't ex kofschip - voltooid deelwoord

Wanneer krijg je +te en wanneer +de?

1. Zoek de stam van het werkwoord.

2. Kijk of de laatste letter van de stam voorkomt in ’t ex kofschip.

3. Eindigt de stam op een letter uit ’t ex kofschip? 

JA

NEE

+T

+D

Ik heb de hele avond gedanst/gedansd (dansen)

1. gedanst
2. gedansd

Ik ben verhuist/verhuisd? (verhuizen)

1. verhuist
2. verhuisd

Ik heb je vanochtend opgehaalt/opgehaald (ophalen)

1. opgehaalt
2. opgehaald

alles door elkaar

Kies het juiste werkwoord:

"Het vliegtuig ..."

1. land
2. landt
3. lant

(Worden) je broer ook zo gek van dat wachten?

1. Word
2. Wordt

Toen hij gisteren niet (antwoorden) (verzuchten) ik dat ik er nu echt klaar mee ben.

1. antwoorde- verzuchtte
2. antwoordde, verzuchtte
3. antwoordde-verzuchte
4. antwoorde-verzuchte

Ik (vermoeden) dat jij dat ook niet echt grappig (vinden).

1. vermoet, vind
2. vermoedt, vindt
3. vermoed, vindt
4. vermoed, vind

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurdt
4. gebeurdde

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!

1. betekend
2. betekent
3. betekende
4. betekente

Aan het begin van het jaar (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.

1. besteden
2. besteede
3. besteedden
4. besteeden

Hoe goed denk je dat je de lesdoelen beheerst?

😒🙁😐🙂😃