Werkwoordspelling




                         21 MV09A 
                         17 februari 2022
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon




                         21 MV09A 
                         17 februari 2022

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van deze les..
...weet je hoe je zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd spelt
 ...weet je hoe je zwakke werkwoorden in de verleden tijd spelt
 ...weet je hoe je het voltooid deelwoord spelt

Slide 2 - Diapositive

Verschil sterk en
zwak werkwoord?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Wat is een
voltooid deelwoord?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

Laten we beginnen!
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Wel of geen 't'?
Staat er ‘je’ of ‘jij’ achter de persoonsvorm?               geen T
Word je binnenkort 14?


Maar kun je ‘je’ niet vervangen door ‘jij’?                 wel T
Wordt je moeder gebeld? 
Vul het werkwoord ‘lopen’ in. Als je een t hoort, schrijf je een t

Slide 10 - Diapositive

... je volgende week geïnterviewd?

A
Wordt
B
Word

Slide 11 - Quiz

... je vader zo opgehaald?
A
Wordt
B
Word

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Wanneer -te en wanneer -de?
Vaak hoor je het zelf al

Of                gebruik 't ex kofschip!

Slide 14 - Diapositive

Hoe werkt 't ex kofschip?

Slide 15 - Question ouverte

't ex kofschip - verleden tijd
Wanneer krijg je +te en wanneer +de?
1. Zoek de stam van het werkwoord.
2. Kijk of de laatste letter van de stam voorkomt in ’t ex kofschip.
3. Eindigt de stam op een letter uit ’t ex kofschip? 



JA
NEE
+TE
+DE

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Wij reisten/reisden naar Frankrijk (reizen)

A
reisten
B
reisden

Slide 18 - Quiz

Wij klapten/klapden in onze handen (klappen)

A
klapten
B
klapden

Slide 19 - Quiz

Daarmee ... ik mijn rug te veel. (belasten)

A
belastte
B
belaste
C
belastde
D
belasde

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

't ex kofschip - voltooid deelwoord
Wanneer krijg je +te en wanneer +de?
1. Zoek de stam van het werkwoord.
2. Kijk of de laatste letter van de stam voorkomt in ’t ex kofschip.
3. Eindigt de stam op een letter uit ’t ex kofschip? 



JA
NEE
+T
+D

Slide 22 - Diapositive

Ik heb de hele avond gedanst/gedansd (dansen)

A
gedanst
B
gedansd

Slide 23 - Quiz

Ik ben verhuist/verhuisd? (verhuizen)

A
verhuist
B
verhuisd

Slide 24 - Quiz

Ik heb je vanochtend opgehaalt/opgehaald (ophalen)
A
opgehaalt
B
opgehaald

Slide 25 - Quiz

Aan de slag
Studiemeter - Starttaal Online - werkwoordspelling
Bespreken examen Nederlands Spreken
Huiswerk: maken oefenexamen lezen en luisteren in Facet

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Hoe goed denk je dat je de lesdoelen beheerst?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage