Het Duinlandschap

Het Duinlandschap
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het Duinlandschap

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zou deze foto gemaakt kunnen zijn?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag leren we:
  • Het ontstaan van het duinlandschap
  • De ligging van het duinlandschap
  • De kenmerken en het uiterlijk van het duinlandschap 
  • De processen en afzettingen van het duinlandschap


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongeveer 1000 na Christus kreeg de zee meer vat op het Nederlandse kustgebied. Er trad kustafslag op, vermoedelijk door het heftige klimaat en zware stormen, maar mogelijk ook door het verdwijnen van begroeiing. Het zand dat hierdoor in zee kwam spoelde echter weer aan en werd, wanneer het eenmaal opgedroogd was, door de wind landinwaarts geblazen. Er ontstonden duintjes die werden vastgelegd door Biestarwegras en zo verder uit konden groeien tot hoge duinen. Deze werden vervolgens door de overheersende westenwind landinwaarts verplaatst. 
Dit is Biestarwegras. Biestarwegras is typerend voor het duinlandschap. Om het zand vast te houden wordt Biestarwegras in Nederland langs de kust aangeplant. Biestarwegras krijgt meterslange wortel omdat het diep moet zoeken naar water. de wortels houden het zand bij elkaar en maakt de ondergrond steviger.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Duinen zijn weliswaar het meest opvallende element in het duinlandschap, maar ze zijn slechts een van de onderdelen van het duinlandschap. Ook het strand en buitengaatse zandplaten kunnen we tot het duinlandschap rekenen en dat is helemaal niet gek, want het zand dat de duinen vormt komt daarvandaan.
Grote vlaktes zand die zich buiten de kustlijn (in de zee) bevinden. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een typisch Nederlands duingebied is het Nationaal Park Zuid-Kennemerland bij Haarlem. Zuid-Kennemerland is 3800 hectare groot en omvat het voormalige Nationale Park De Kennemerduinen en de duingebieden Duin en Kruidberg, Heerenduinen, Midden-Heerenduin en Slingerduin. Het landschap in dit natuurgebied wordt bepaald door duinen, oude landgoederen en binnenduinrandbossen. De ondergrond bestaat uit oude strandwallen, waarop zich zo'n elfhonderd jaar geleden jonge duinen gevormd hebben. Aan de zeezijde liggen de bekende stranden van Bloemendaal en Zandvoort.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens stormen kan er zand vanuit de zee richting het strand worden aangevoerd. Als dit zand opdroogt kan het zand landinwaards waaien. De kracht van stuivend zand voel je als je op een winderige dag met blote benen op het hogere deel van het strand loopt. Je benen worden letterlijk gezandstraald. Achter planten en graspollen neemt de wind af en hopen zandkorrels zich op. Hier ontstaan jonge duinen, die zo'n meter hoog kunnen worden.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jonge duinen
Oude duinen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Oude duinen beschermde vroeger het land
  • Vlakker door erosie
  • Meer begroeiing


1. Recreatie
2. Drinkwater
3. Bewoning

Slide 11 - Diapositive

De Amsterdamse waterleidingduinen.

1. Hoe kan je zien dat dit duinen zijn?
2. Zijn dit oude- of jonge duinen?
3. Waar kan dit gebied voor gebruikt worden?
In welke provincie komt geen duinlandschap voor
A
Noord Holland
B
Friesland
C
Zuid Holland
D
Flevoland

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom mag je vaak niet lopen over jonge duinen?
A
Omdat je de duinen kan beschadigen
B
Omdat het gevaarlijk is
C
Omdat veel jonge duinen privé bezit zijn
D
Omdat er beschermde diersoorten zitten

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan biestarwegras groeien op jonge duinen?
A
Er worden veel zaadjes door de wind verplaatst
B
Het voedt zich met stofjes uit het zand
C
De wortels gaan diep waardoor ze het water kunne bereiken
D
Biestarwegras groeit alleen op oude duinen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oude duinen worden niet gebruikt voor:
A
Bewoning
B
Zandwinning
C
Recreatie
D
Drinkwater

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel tot slot een goede vraag over deze les.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions