4. Deel van een hoeveelheid

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

 4. Breuken

4. Deel van een hoeveelheid

Wat gaan we deze les leren:

• de begrippen breuk, teller en noemer gebruiken
• in een figuur een deel kleuren of van een gekleurd deel aan geven welk deel het is.
• wanneer twee breuken aan elkaar gelijk zijn
  

Bij welke 2 tafels krijg je dezelfde hoeveelheid taart?

1. 3 en 4
2. 2 en 3
3. 1 en 2
4. 1 en 4

4.Breuken

Een breuk is een deel van een geheel. 

 

Stel je hebt een pizza en die snij je in 7 stukken. Dat is de noemer! Hoeveel stukken mag je opeten? 4! dat noem de de teller.

4. Breuken

Welk deel van deze figuur is gekleurd? 

Om dit als een breuk op te schrijven moet je eerst weten uit hoeveel vierkantjes de hele figuur bestaat.

Welk deel is hier ingekleurd?

1. ​25​​10​​
2. ​2​​1​​
3. ​4​​1​​
4. ​25​​12​​

4. Breuken

Deze figuur bestaat totaal uit 5 x 5 = 25 hokjes.

Daarvan zijn er 12 geel gekleurd.  

​25​​12​​

Welk deel is hier gekleurd?

1. ​3​​1​​
2. ​2​​1​​
3. ​4​​1​​
4. ​8​​1​​

Welk deel is hier gekleurd?

1. ​4​​1​​
2. ​8​​1​​
3. ​2​​1​​
4. ​3​​1​​

 breuken

we zien in de breukentabel hiernaast dat 2 x 

hetzelfde is als 

​4​​1​​

​2​​1​​

 breuken

We kunnen dus breuken met dezelfde noemer heel makkelijk optellen.

en/of vereenvoudigen

​8​​1​​+​8​​4​​=​8​​5​​

 breuken

Vereenvoudigen:

​8​​1​​+​8​​3​​=​8​​4​​

​8​​4​​=​4​​2​​=​2​​1​​

Bereken

​7​​2​​+​7​​4​​=

1. ​7​​7​​
2. ​7​​6​​
3. ​14​​6​​
4. ​7​​14​​

Bereken

​9​​5​​+​9​​13​​=

1. ​9​​18​​
2. ​18​​18​​
3. 2
4. 1

wat is 2/3 van 120 leerlingen?

1. 60
2. 40
3. 80
4. 20

Wat is 4/7 van 35 liter water?

1. 5
2. 7
3. 20
4. 28

 Breuken

Maak nu de

paragraaf helemaal netjes af in je schrift.