3. Breuken

H3 getallen 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H3 getallen 

Slide 1 - Diapositive

3. Breuken
Wat gaan we deze les leren:
  • hoe je breuken met elkaar vergelijkt.
  • hoe je breuken vereenvoudingt

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Bij welke 2 tafels krijg je dezelfde hoeveelheid taart?
A
3 en 4
B
2 en 3
C
1 en 2
D
1 en 2

Slide 4 - Quiz

3. Breuken
Een breuk is een deel van een geheel. 
 
Stel je hebt een pizza en die snij je in 7 stukken. Dat is de noemer! Hoeveel stukken mag je opeten? 4! dat noem de de teller.

Slide 5 - Diapositive

3. Breuken
Welk deel van deze figuur is gekleurd? 
Om dit als een breuk op te schrijven moet je eerst weten uit hoeveel vierkantjes de hele figuur bestaat.

Slide 6 - Diapositive

Welk deel is hier ingekleurd?
A
2510
B
21
C
41
D
2512

Slide 7 - Quiz

3. Breuken
Deze figuur bestaat totaal uit 5 x 5 = 25 hokjes.
Daarvan zijn er 12 geel gekleurd.  
2512

Slide 8 - Diapositive

Welk deel is hier gekleurd?
A
31
B
21
C
41
D
81

Slide 9 - Quiz

Welk deel is hier gekleurd?
A
41
B
81
C
21
D
31

Slide 10 - Quiz

3. breuken
we zien in de breukentabel hiernaast dat 2 x 1/4

hetzelfde is als 1/2
41

Slide 11 - Diapositive

3. breuken
We kunnen dus breuken met dezelfde noemer heel makkelijk optellen.



en/of vereenvoudigen

81+84=85

Slide 12 - Diapositive

3. breuken

1/8 + 3/8 = 4/8
4/8 = 2/4 

Vereenvoudigen =1/2
81+83=84
84=42=21

Slide 13 - Diapositive

Bereken
72+74=
A
77
B
76
C
146
D
146

Slide 14 - Quiz

Bereken

95+913=
A
918
B
1818
C
2
D
1

Slide 15 - Quiz

3. breuken
is          groter, kleiner of gelijk aan         ?

Als je een taart in 7 stukken deelt en een andere taart in 8 stukken, dan zijn de stukjes van de taart die in 7 stukken is verdeelt groter dus:            >
71
81
71
81

Slide 16 - Diapositive

3. breuken
<      kleiner dan
>     groter dan
  =      is gelijk aan

Slide 17 - Diapositive

maak opgave 25 blz. 65 in je schrift

Slide 18 - Question ouverte

3. Breuken
Maak nu de opgaven verder
af in je schrift.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive