3BL + KL unit 1 lesson 1 (part 2)

Welcome!  
Today we are going to do lesson 1 part 2 
We start the lesson with a quiz. 
Let 's see how well you know the words of lesson 1! 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welcome!  
Today we are going to do lesson 1 part 2 
We start the lesson with a quiz. 
Let 's see how well you know the words of lesson 1! 

Slide 1 - Diapositive

easily

Slide 2 - Question ouverte

doesn't matter

Slide 3 - Question ouverte

become -became - become

Slide 4 - Question ouverte

knoop

Slide 5 - Question ouverte

soldaat

Slide 6 - Question ouverte

Chromebook           3E 
*  ga naar je Engels online  (New Interface) 
*  klik op je naam 

* vul de groepscode in:  
BWRX764C

Slide 7 - Diapositive

Grammar 
*   Past Simple (verleden tijd) 

*   Who / which 

Slide 8 - Diapositive

Past Simple
You use the past simple when something happened in the past and is finished.

The past simple is what in Dutch is called the "verleden tijd".

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

regelmatige werkwoorden 

Bij een regelmatig werkwoord voeg je  ed toe aan het werkwoord:
walk -> walked

Yesterday he walked in the rain ( dus geen S ! bij he/she/it )

Slide 11 - Diapositive

 Regelmatige werkwoorden en spelling
Als een werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, dan verandert de -y in -ie: I carry - I carried

Let op, er verandert niets als het werkwoord eindigt op klinker + -y:
I play - I played

Slide 12 - Diapositive

 Regelmatige werkwoorden spelling  
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter: 
I live - I lived

De laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat: I drop - I dropped

Slide 13 - Diapositive

Verleden tijd - onregelmatige werkwoorden
Net als in het Nederlands zijn sommige werkwoorden onregelmatig ( Ik LOOP wordt in het NL: ik LIEP en  niet ik LOOPTE)

Ook in het Engels hebben sommige werkwoorden ind e verleden tijd hun eigen vorm:

Slide 14 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden
to go -> went; He went to Italy last year

to make -> made: They made a very nice meal two days ago

to do -> did: He did his homework yesterday 

to be -> was / were :  He was/ They were at home last Sunday 

Slide 15 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden 
 
Er zijn geen regels  voor de onregelmatige werkwoorden. 

Je moet ze gewoon uit het hoofd leren! 

Blz.  173 + 174

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Maken                   3E 
unit 1 lesson 1  Grammar   opd. 8

Slide 18 - Diapositive

Maken                             3C 


unit 1 lesson 1               opdracht 9 

Slide 19 - Diapositive

Who 
Gebruik je bij mensen

My aunt who lives in Australia 
My grandpa,  who is 76

Slide 20 - Diapositive

which 
 gebruik je voor dingen en dieren 

- The car which drives 300 mph
- The building which was build       in 2007
-  The fish which I caught 


Slide 21 - Diapositive

Maken           3E 
unit 1 lesson 1  Grammar opd. 8 

Slide 22 - Diapositive

Maken             3C 
unit 1 lesson 1 
opdracht 10 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden
hele werkwoord                  verleden tijd             voltooid deelwoord
leave                                           left                             (have/has) left 
drink                                           drank                         (have/has) drunk 
break                                          broke                         (have/has) broken 

Slide 25 - Diapositive

find - verleden tijd
I ............... your keys!

Slide 26 - Question ouverte

read - verleden tijd
I ............. two books in the summer holidays.

Slide 27 - Question ouverte

buy - voltooid deelwoord
I have ........... so many new shoes this weekend!

Slide 28 - Question ouverte

Rest van de les: 
unit 1 lesson 1

*   Maken:      Practise More 

* Leren:  woorden van lesson 2 

Slide 29 - Diapositive