We noemen dit het ongewogen of rekenkundig gemiddelde
Slide 12 - Diapositive
Gewogen Gemiddelde
Bij het gewogen gemiddelde reken je niet alleen het uurloon uit maar hou je ook rekening met een tweede meting. Bijvoorbeeld het aantal gewerkte uren
Jan werkt 36 uur
Kees werkt 32 uur
Harald werkt 24 uur
Gemiddeld werken zij dan (36 + 32 + 24) / 3 = 30,66 uur per week
Ook dit is nog steeds een ongewongengemiddelde
Slide 13 - Diapositive
Brutoloon voor de hele week:
Jan 36 x 8,00 = 288,00
Kees 32 x 7,40 = 236,80
Harald 24 x 7,25 = 174,00
Totaal brutoloon per week is dan 698,80
Het gemiddelde brutoloon per uur is dan 698,80 / 92 = 7,60
Omdat je niet alleen het loon maar ook de uren in je gemiddelde meerekent noemen we dit het gewogen gemiddelde
Slide 14 - Diapositive
Gemiddelden en klassen
Bij een frequentietabel met klassen kun je ook een gemiddelde uitrekenen. Omdat je de waarnemingen in groepen hebt ingedeeld weet je niet precies meer hoeveel waarnemingen er van iedere meting was.
Oplossing: net doen of alle waarnemingen bij het klasse-midden horen.
Dus: bij een klassen van 5 -< 10 doe je (5 + 10) / 2 = 7,50
Het klassen-midden is dan 7,50
Slide 15 - Diapositive
Stel ik het een frequentietabel met:
Het gewogen gemiddelde is dan 1934 / 65 = 29,75
Slide 16 - Diapositive
Mediaan
De mediaan is de middelste waarneming. Bij de middelste waarneming tel je alle waarnemingen +1 en deel je die door 2.
10 - 15 - 16 -19 - 21 - 31 - 59 - 59
Dit zijn 8 waarnemingen. De middelste waarneming liggen er links en rechts van het midden evenveel waarnemingen. Op positie 4 liggen er links 3 en rechts 4 waarnemingen.
Juist is dan (8 + 1) /2 = 4,5 dus op positie 4,5 ligt de middelste waarneming. Het middelste getal is dan (19 + 21) /2 = 20
Slide 17 - Diapositive
Modus
De modus is de waarneming die het vaakst voorkomt.
5 - 6 - 2 - 4 - 1 - 1 - 6 - 8 - 6
De modus is dan dus 6. Die komt 3 keer voor.
Bij een klasse-indeling kijken we naar de klasse die het vaakst voorkomt. Denk aan de uitdrukking modale klasse of modaal inkomen.