1.1 Binding tussen mensen

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5

Maatschappijwetenschappen 

VWO 4 

Binding 1.1: bindingen tussen mensen

blz 7-8 

Opgave 1 t/m 7 op blz 26-27

Begrippen:

• Bindingen 
• Socialisatie
• Sociale institutie 
• Groepsvorming
• Cultuur
• Politieke institutie
• Representatie
• Representativiteit  
  

Met wie voel jij je verbonden?

Bindingen:

Op macroniveau (samenleving, nationaal en of internationaal) hebben mensen vaak bindingen met elkaar. 

Op mesoniveau (groep, organisatie) heb je bindingen met je eigen groep (klasgenoten, bijv. cambuursupporters of toneelclub).

Mensen hebben interdependentie (wederzijde afhankelijkheid) tot elkaar.

VERSCHILLENDE SOORTEN BINDINGEN

GEVOEL

ECONOMIE

KENNIS

POLITIEK

Bindingen:

Macht: de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten)

Economisch: afhankelijkheid van productie schaarse goederen zoals kleding/voedsel

Affectief: binding via gevoelens zoals steun/liefde in gezinnen, vriendengroep 

Cognitief: afhankelijkheden door kennisoverdracht / leren

Opdracht:

Teken in je schrift/op een blaadje een woordweb en zet jezelf in het midden. Geef aan met wie je politieke, economische, affectieve en cognitieve bindingen hebt. 

Geef daarna aan of het op bindingen zijn op macro of mesoniveau. 

Bespreek vervolgens je bindingen met je buurman/buurvrouw en kijk wat jullie overeenkomsten zijn. 

Opdrachten 1.1

Lees de tekst van paragraaf 1.1 op bladzijde 7 en 8 van je boek

Eerder klaar? 

oefen de begrippen uit het paarse blok en beantwoord de parate kennis vragen

doe dit in stilte

Wat is interdependentie?

Wat zijn conflicten? Verwerk begrip "out-groups" in je antwoord.

Beschrijf in je eigen woorden wat socialisatie is:

Benoem twee groepen uit je school of woonplaats:

• Formele groepen:

Vast omschreven doelen vastgelegde regels en procedures, bepaalde rollenstructuur en hiërarchie. Bijv de groep collega's met wie je vergadert op vrijdagen.

• Informele groepen:

Stilzwijgende binding zonder vastgelegde doelen en normen, rollenstructuur of hiërarchie. Je dungeons en dragons groep of de mensen met wie je wiet rookt op random momenten

Sociale cohesie:

Het gevoel lid te zijn van een gemeenschap.

Er kunnen redenen zijn waarom mensen niet langer bij de groep horen.

1. Er niet meer bij willen horen. (Dropping out / opting out) 
2. Er niet meer bij mogen horen (uitsluiting en discriminatie
3. Er niet meer bij kunnen horen. 

Opdracht:

We gaan de volgende filmpjes beide 2x kijken.

Stap 1: maak aantekeningen bij het filmpje.

Stap 2: schrijf de kern van de aantekeningen nog eens krachtig op.

Stap 3: wissel uit met een klasgenoot.

Stap 4: werk je aantekening bij. 

Wederzijdse afhankelijkheid of eigen belang van mensen:

Als mensen langs elkaar leven is er weinig betrokkenheid bij elkaar. In het idee van de participatiesamenleving (de overheid zorgt voor een sociaal vangnet voor mensen die in de problemen verkeren, maar de mensen moeten zeer nadrukkelijk ook zelf initiatieven ondernemen om uit hun benaderde positie te raken.) Denk aan steeds sterker wordende mantelzorg. (Het verzorgen van hulpbehoevende mensen door familieleden of bekenden) 

Bron 1. 

Bron 2.

Wat kun je over de 'sociale cohesie' in het Oekraïense en Russische leger zeggen als je de bronnen vergelijkt?

Wat zou jij Poetin adviseren om de sociale cohesie te vergroten?

Opdrachten 1.3

Gebruik pagina 10 & 11 om de volgende vragen te beantwoorden.

Geef een eigen voorbeeld van sociale controle:

Wat kan het resultaat zijn van een sterke sociale cohesie in een groep?

Wat is het effect als de sociale cohesie verzwakt?

Vormen van sociale controle:

• Informele sociale controle:
  

Hiermee wordt gedoeld op spontane activiteit van mensen in het leven van alledag, die anderen ertoe brengen of dwingen om zich aan de normen of regels te houden. 

• Formele sociale controle:

Deze heeft betrekking op activiteiten van personen of instanties die op grond van formele wetten, besluiten of statuten de taak toebedeeld hebben gekregen ervoor te zorgen dat mensen zich aan de regels houden.

Hoe vindt sociale controle in het klaslokaal plaats?

Maken:

Maak opgave 1 t/m 7 op blz 26-27 uit het boek Binding

Boek niet mee? 

Werk samen met klasgenoot

of : maak ander huiswerk. 

svp stilte en aandacht naar voren

ivm met lesafsluiting: graag lokaal netjes achterlaten en wachten tot op de bel voor je vertrekt