formuleren 2 2023

Opdracht 8
blz 236
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Opdracht 8
blz 236

Slide 1 - Diapositive

1. wie is hij?
timer
0:30

Slide 2 - Question ouverte

1 fout 2.2: hij verwijst onduidelijk: naar Peter of naar zijn bejaarde vader
Peter besloot vandaag niet bij zijn bejaarde vader op bezoek te gaan, omdat hij/die behoorlijk ziek was.
Of:
Omdat Peter behoorlijk ziek was, besloot hij vandaag niet bij zijn bejaarde vader op bezoek te gaan.

Slide 3 - Diapositive

2. welk woord is hier fout?
timer
0:30

Slide 4 - Question ouverte

2 fout 2.1 onjuist verwijswoord
Het installatiewerk wordt gedaan door ervaren monteurs waarover/over wie nog nooit iemand een klacht heeft ingediend

Slide 5 - Diapositive

3. Wat is er fout in deze zin?
timer
1:00

Slide 6 - Question ouverte

Chileense wijnen behoren tot de beste van de wereld en daar/in Chili wordt dan ook enorm veel wijn geproduceerd

Slide 7 - Diapositive

4. Hoeveel fouten staan er in deze zin?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 8 - Quiz

4 fout 2.2: ze verwijst onduidelijk: naar Judith of naar Roxy; dat verwijst naar donker haar, maar die woordgroep staat niet in de zin.
Judith zei tegen Roxy dat ze haar blonde haren voor de sollicitatie donker moest laten verven, omdat dat haar beter stond.
Judith zei tegen Roxy: ‘Je moet je blonde haren voor de sollicitatie donker laten verven, omdat donker haar je beter staat.’
Of:
Judith zei tegen Roxy: ‘Ik moet mijn blonde haren voor de sollicitatie donker laten verven, omdat donker haar mij beter staat.’

Slide 9 - Diapositive

5. Hoeveel fouten staan er in deze zin?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 10 - Quiz

6. Welk woord is fout in deze zin?
timer
0:30

Slide 11 - Question ouverte

6 fout 2.1: onjuist verwijswoord
Irene vindt dit boek absoluut niet interessant en daarom wil ze hem/het niet op haar boekenlijst zetten.

Slide 12 - Diapositive

7. Welk woord is fout in deze zin?
timer
0:30

Slide 13 - Question ouverte

fout 2.1: onjuist verwijswoord
Waarschijnlijk is Diplomacy het interessantste bordspel wat/dat ik ooit heb gespeeld.

Slide 14 - Diapositive

8. Naar wie verwijst ze?
timer
0:30

Slide 15 - Question ouverte

fout 2.2: ze verwijst onduidelijk: naar Huisartsen of naar patiënten
Huisartsen moeten patiënten er steeds weer op wijzen dat roken zeer schadelijk is voor de gezondheid, maar ze/die laatsten/de rokers laten zich daardoor niet ontmoedigen.
Of:
Huisartsen moeten patiënten er steeds weer op wijzen dat roken zeer schadelijk is voor de gezondheid, maar ze/de doktoren laten zich daardoor niet ontmoedigen.


Slide 16 - Diapositive

Incongruentie
congruentie: persoonsvorm komt in getal en persoon overeen met het onderwerp
incongruentie: - een meervoudig onderwerp krijgt een enkelvoudige persoonsvorm
- een enkelvoudig onderwerp krijgt een meervoudig onderwerp
- een meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien.

Slide 17 - Diapositive