Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Betoog
Slide 1 - Diapositive
Gaswinning leidt tot schade aan huizen
A
Feit
B
Mening
Slide 2 - Quiz
Italiaanse pizza is lekkerder dan Lahmacun (Turkse pizza)
A
Feit
B
Mening
Slide 3 - Quiz
Wat voor argumentatie herken je hier: Schooldagen moeten later beginnen. Jongeren hebben een ander bioritme. Het komt ten goede aan de concentratie.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Enkelvoudige, onderschikkende argumentatie
C
Meervoudige, nevenschikkende argumentatie
D
Meervoudige, onderschikkende argumentatie
Slide 4 - Quiz
Doel
Je leert het standpunt en de
argumenten in een tekst herkennen.
Je onderscheidt daarbij
feit en mening.
Slide 5 - Diapositive
Wat is het nut van het leren herkennen van standpunt/argumenten en feit/mening?
Slide 6 - Carte mentale
Werkwijze
In tweetallen triple-entry journal invullen: standpunt, argumenten, feit/mening.
Na tien minuten uitwisselen.
Slide 7 - Diapositive
3vwo.anjaschoots.nl
Slide 8 - Lien
timer
10:00
Slide 9 - Diapositive
Uitwisselen
Wat zijn de overeenkomsten/verschillen?
Bespreek de verschillen: kun je tot een gezamenlijk inzicht komen?
Wat is nog onduidelijk?
Slide 10 - Diapositive
Argumentatieschema's
enkelvoudige en meervoudige argumentatie
onderschikking en nevenschikking
Slide 11 - Diapositive
Enkelvoudige argumentatie
Meer mensen moeten met de trein reizen.
|
Dat is beter voor het milieu.
Slide 12 - Diapositive
Enkelvoudige argumentatie met onderschikking
Meer mensen moeten met de trein reizen.
|
Dat is beter voor het milieu.
|
Er komt dan minder Co2-uitstoot van auto's.
Slide 13 - Diapositive
Meervoudige argumentatie
Meer mensen moeten met de trein reizen.
| |
Dat is beter voor het milieu. Je spreekt nog eens iemand.
Slide 14 - Diapositive
Meervoudige argumentatie met onderschikking
Meer mensen moeten met de trein reizen. | |
Dat is beter voor het milieu. Je spreekt nog eens iemand.
|
Er komt minder CO2-uitstoot van auto's.
Slide 15 - Diapositive
Huiswerk
Maak een argumentatieschema van de tekst die je vandaag hebt gelezen.
Bekijk de uitleg over drogredeneringen en schrijf een of meer passende drogredenen bij deze tekst. Denk daarbij na over waar je deze in de tekst zou willen toevoegen.