vierdejaars wat ken je al?

Wat heb jij nodig om door dit jaar te komen?
1 / 31
suivant
Slide 1: Carte mentale
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat heb jij nodig om door dit jaar te komen?

Slide 1 - Carte mentale

Program
  1. plural 
  2. asking questions
  3. past simple / present perfect

Slide 2 - Diapositive

Welke 'regels' voor
meervoud weet je?

Slide 3 - Carte mentale

Wat is een shitregel?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe maak je de present simple?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe maak je de present continuous?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de goede volgorde om een engelse zin te maken?

Slide 7 - Question ouverte

Uit welke twee vormen bestaat de past simple

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het rijtje van To Be?

Slide 9 - Question ouverte

Geef me alle W-woorden

Slide 10 - Question ouverte

Hoe maakt je een ontkenning?
Maak deze zin ontkennend:
I am a fan of rap music.

Slide 11 - Question ouverte

Maak deze zin ontkennend.
I walk to school.

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekend 'Plural' in het Engels?
A
Paraplu
B
Verleden tijd
C
Meervoud
D
Tegenwoordige tijd

Slide 13 - Quiz

Maak meervoud:
1. Tree
2. Bus
3. Lady

Slide 14 - Question ouverte

maak meervoud: Wife, leaf, lunch, boy

Slide 15 - Question ouverte

maak meervoud: man, tooth, sheep

Slide 16 - Question ouverte

Dussss
  1. let op waar het woord mee eindigt 
  2. GEEN 'S!!!!!
  3. leer de onregelmatige woordjes op blz 29

Slide 17 - Diapositive

Wat moet er aan het begin van een vraag in het Engels?

Slide 18 - Question ouverte

Maak vragend: You were going to school yesterday.

Slide 19 - Question ouverte

vertaal: Waarom ga je naar school?

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal: Ging je naar school gisteren?

Slide 21 - Question ouverte

vraagzinnen
  1. vraagwoorden aan het begin van de zin
  2. was/were, can, could, will, should aan het begin vd zin
  3. anders do of did aan het begin van de zin

Slide 22 - Diapositive

Wat is het verschil tussen de Past Simple en de Present Perfect?

Slide 23 - Question ouverte

I have lived here for a long time.
wat is dit?
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 24 - Quiz

Ik ging deze ochtend naar school
vertaal:

Slide 25 - Question ouverte

hoe schrijf je de past simple op in een zin? Doe het voor bij 'walk'

Slide 26 - Question ouverte

Hoe schrijf je de Present Simple op in de zin? Doe het voor bij 'walk'

Slide 27 - Question ouverte

past simple
  1. werkwoord + ed
  2. is in het verleden begonnen en afgesloten

Slide 28 - Diapositive

present perfect
  1. to have+ww+ed (i have walked)
  2. gebruik je als iets in het verleden begonnen is en nu nog steeds doorgaat
  3. gebruik je als iets in het verleden is begonnen en er staat niet wanneer. (bijvoorbeeld yesterday, last week etc.)

Slide 29 - Diapositive

ik heb nog vragen over dit:

Slide 30 - Carte mentale

geen vragen?
  1. maak test yourself en extra af en lever het in

Slide 31 - Diapositive