Poëzie H2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Poëzie H2

- herhaling Woordenschat H1 en H2 en Poëzie H1
- maken opdracht 1 en 2 (blz 40)

antwoorden opdr. 4

1 Alinea 4: boekdelen spreken – zeer duidelijk zijn; een duidelijke boodschap hebben

Alinea 7: (geen) zoden aan de dijk zetten – (niet) helpen; (geen) effect hebben

Alinea 8: je vingers niet willen branden – geen risico’s willen nemen

een veto uitspreken – verbieden

moord en brand schreeuwen – luid en duidelijk protesteren (meestal ten onrechte)

2 a Alinea 4

twee metaforen: sluipmoordenaar – iets wat onverwacht tot ernstige ziekte en de dood kan leiden; kloof – zeer groot verschil

een metafoor in een werkwoord: gaapt – (de kloof) is duidelijk heel diep

b Alinea 5

twee metoniemen: rijk en arm – rijke mensen en arme mensen

c Alinea 6

een metafoor: konijnenvoer – eten dat normaal aan konijnen gevoerd wordt, zoals sla en wortelen; veelal negatieve aanduiding voor gezond, vegetarisch voedsel

d Alinea 8

drie metaforen: licht – perspectief, zienswijze; prikkels – stimulans; val – ondergang

3 a Alinea 1: niet onaanzienlijke (litotes)

b Alinea 2: het kost niets, nou ja, een grijpstuiver (hyperbool)

c Alinea 3: nogal wat (understatement)

puilen … uit (hyperbool)

d Alinea 6: geen konijnenvoer (hyperbool) (ook goed: woedende)

weldoorvoede (eufemisme voor ‘dikke’)

e Alinea 7: een bom suiker (hyperbool)

niet echt geneigd tot (litotes)

f Alinea 8: hadden het makkelijk (hyperbool) (ook goed: zeven euro).

de ergste aller dagen: 1 april
ik weiger om vandaag uit bed te stappen
uit angst voor flauwekul en dito grappen
de dekens bieden dekking, ik lig stil

1. gekruist rijm
2. gepaard rijm
3. omarmend rijm

Welke vorm van beeldspraak herken je? De samenleving is ziek.

1. metafoor
2. metonymia
3. vergelijking
4. synesthesie

'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. metafoor
2. personificatie
3. metonymie
4. vergelijking

Een vriend van wiens bestaan je amper nog iets wist
maar die je al die jaren pijnlijk hebt gemist

1. gekruist rijm
2. omarmend rijm
3. gepaard rijm

'Geef mij nog eens een glas'. Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. synesthesie
2. metafoor
3. personificatie
4. metonymie

In de zin "Zij is een koele kikker"
is gebruik gemaakt van beeldspraak.

1. WAAR
2. NIET WAAR

12. Welke vorm van beeldspraak herken je? De schuwe pluimstaart klom heel snel de boom in.

1. metafoor
2. personificatie
3. metonymia
4. vergelijking

Het statige standbeeld staarde naar de horizon

1. assonantie
2. alliteratie
3. eindrijm

'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. vergelijking
2. metonymie
3. metafoor
4. personificatie

10. Welke vorm van beeldspraak? Mijn ouderlijk huis is nog steeds een veilige haven voor mij.

1. personificatie
2. vergelijking
3. metonymia
4. metafoor

Deze leerling is niet achterlijk.

1. ironie
2. litotes
3. hyperbool
4. understatement

Alliteratie is beginrijm

1. Waar
2. Niet waar

Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een INTERIEURVERZORGSTER.

1. eufemisme
2. understatement
3. litotes
4. hyperbool

De stad is stil.
De straten
hebben zich verbreed

1. alliteratie
2. assonantie

Wilhelmus van Nassouwe
Ben ick van Duystschen bloet,
Het Vaderlandt getrouwe
Blijf ick tot inden doet

1. Gekruist rijm
2. Gepaard rijm
3. Omarmend rijm