klas2-wk 7-les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Doen voor start les:

in Classroom zetten:

ned: foto van nagekeken opdr. 3 blz. 169-170 -deadline 17:00

Nakijkblad H5-Lezen-opdr. 3 

Nederlands 

 

Leesvaardigheid

14 mei 2020

lesdoel

Je herkent de verschillende signaalwoorden en 

je weet welk verband de signaalwoorden aangeven.

Je past leesstrategieën toe om vragen over de tekst te beantwoorden

inhoud van de les

Deelname aan de les?

Herhalen en oefenen met tekstverbanden

Opdracht 3 pag. 169-170

- oefenening 'mens in de ruimte' vorige les door de helft niet ingeleverd.

- 9 leerlingen hebben nagekeken opdracht ingeleverd. (foutje van mij)

Leesvaardigheid

Theorie: herhaling zins- en alineaverbanden binnen een tekst

Hoe? --> eerst samen kort theorie doorlopen en  

                   daarna opdracht maken. (=chronologisch verband)

Herhaling H3 pag. 87-88

Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinnen en alinea's

chronologisch (tijd)

eerst, daarna, toen, later, vroeger, nu

opsommend 

ter eerste, ten tweede, verder, ook, ten slotte

tegenstellend 

maar, echter, toch, aan de ene kant, hoewel

 H5 pag. 168

Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinnen en alinea's

toelichtend (uitleg/voorbeeld)

zo, zoals, bijvoorbeeld, denk aan/neem nou

voorwaardelijk 

als ....dan...

tenzij

wanneer (als vervanging van als)

redengevend 

omdat, want, daarom, de reden is, namelijk

Voor roeien heb je sterke beenspieren nodig, ...... doe ik veel krachttraining.

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op:

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op + het verband dat erbij hoort:

Ik moet ..... naar de kapper, ..... doe ik boodschappen

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op + het verband dat erbij hoort:

Ons team presteert slecht, ..... de trainer al een maand ziek is.

Schrijf obrekende signaalwoorden op:

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op + het verband dat erbij hoort:

Mijn broer reist veel, ..... is hij voor corona nog in Chili geweest.

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op:

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op + het verband dat erbij hoort:

..... het morgen regent, ...... kom ik niet op de fiets naar school.

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op:

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op + het verband dat erbij hoort:

We mochten twee maanden niet sporten, ...... nu mag het weer in kleine groepjes.

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op:

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op + het verband dat erbij hoort:

.....haalde ik onvoldoendes, ..... scoor ik altijd goed.

SchriSchrijf ontbrekende 

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op + het verband dat erbij hoort:

De nagelsalon mag open ....... iedereen zich aan de regels houdt.

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op:

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op + het verband dat erbij hoort:

Er zijn veel nieuwe regels, ............. 1,5 meter afstand houden.

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op:

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op + het verband dat erbij hoort:

...... er minder mensen op de IC liggen, mogen we meer doen.

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op:

Schrijf ontbrekende signaalwoorden op + het verband dat erbij hoort:

Lesboek blz. 169

schrijf in de kantlijn: opdr. 3

Samen oriënteren op de tekst: titel, inleiding, kopjes, plaatje, bron

Samen vraag 1, 2, 3 maken.

Samen vraag 4 t/m 17 bekijken. Welke leesstrategie heb je nodig?

keuze: samen de tekst lezen, of zelf lezen.

opdracht:

maak  vraag 4 t/m 17

klaar?
maak een leerschema van de theorie over de signaalwoorden: H3+H5

Einde van de les

Wat heb je geleerd over Leesvaardigheid?

• Kijk opdracht 2 na en upload een foto in Classroom (voor 17:00 uur)
  
  
• Alle theorie is herhaald en je weet dat je die moet kennen. 
  Zorg dat je alles leert en herhaalt en herhaalt en herhaalt en...
  
• Een schrijver geeft met signaalwoorden verbanden aan in zijn tekst.
  Als je signaalwoorden kent, begrijp je de tekst makkelijker.
  Als je zelf signaalwoorden gebruikt, kun je beter schrijven, presenteren, discussiëren.