Herhaling Water

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

LAPTOP DICHT OP TAFEL!

Korte kringloop

Lange kringloop

Korte waterkringloop

Lange waterkringloop

Gemengde rivier

Regenrivier

Gletsjerrivier

De korte waterkringloop

Verdamping

Neerslaan

Koken

Water in beweging

Water wordt dus aangedreven door de zon. Hierdoor komt de kringloop op gang. 

Water is er in drie soorten

• vast (ijs of sneeuw)
  
• vloeibaar (water of regen)
  
• gasvormig (waterdamp)
  

Welke begrippen herken je?

Verzilting in Nederland

Noem:

1. Een natuurlijke oorzaak voor verzilting in de zomer.
   
2. Een menselijke oorzaak voor verzilting op lokale schaal.
   
3. Een menselijke oorzaak voor verzilting op globale (wereldwijde) schaal.
   

Noem:
Een natuurlijke oorzaak voor verzilting in de zomer.
Een menselijke oorzaak voor verzilting op lokale schaal.
Een menselijke oorzaak voor verzilting op globale (wereldwijde) schaal.

ANTWOORDEN

1. Verdamping
   
2. Te veel (zoet) water oppompen
   
3. Zeespiegelstijging door versterkt broeikaseffect
   

Hou je boek gesloten. 

- Geef per nummer het juiste begrip, bij nummer 3 horen 2 begrippen.

- Kies uit: zomerdijk, winterdijk, uiterwaard, gemaal, komgrond, oeverwal, polder, boezem, krib, nevengeul, overloopgebied.

ANTWOORD

1 – Krib

2 – Winterdijk

3 – Komgrond, polder

4 – Oeverwal

5 – Uiterwaard

4 SOORTEN VERZILTING

Verzilting via grondwater 

Verzilting door leeghalen aquifers 

Verzilting door verkeerde irrigatietechnieken 

Verzilting via rivieren 

GRONDWATER

Door wegpompen zoet water komt dieper gelegen brak / zout water omhoog.

AQUIFERS

Door leeghalen aquifer (dicht bij zee) kan zout water de aquifer instromen.

(Verkeerde) IRRIGATIE

Bij verkeerde irrigatie verdampt veel water. Zouten uit het (zoete) water blijven achter.

RIVIEREN

Als het waterpeil in de monding van rivieren laag staat (door droogte / stuwdammen) kan water uit de zee binnendringen. (Kan ook door zeespiegelstijging)

Noem gevolgen van de aanleg van de drieklovendam.

(5 stroomopwaarts & 4 stroomafwaarts)

STROOMOPWAARTS (5)

1. Meer irrigatiewater
   
2. Groot gebied overstroomt --> mensen moeten verhuizen, cultuurschatten gaan verloren, natuur verdwijnt
   
3. Meer vervuiling
   
4. Minder vis(soorten)
   
5. Meer scheepvaart

STROOMAFWAARTS (4)

1. Minder overstromingen
   
2. Minder afzetting van vruchtbaar slib
   
3. Minder vis(soorten)
   
4. Meer scheepvaart

Hoe noem je de schommelingen in de waterafvoer

1. debiet
2. regiem
3. evaporatie
4. verval

Heel Nederland ligt onder de zeespiegel

1. waar
2. niet waar

De waterkringloop begint met.......

1. Condenseren
2. Verdampen
3. Infiltratie
4. Erosie

De rest van de les

• De volgende les is de laatste les.
• Check alles, stel je vragen, oefen!! En laat mij vooral weten wat je eventueel nog wilt als herhaling.
• examenvragen oefenen, voorbereiden.

Bekijk oude presentaties en check de leerdoelen.

                          JE WERKT ZELFSTANDIG EN IN STILTE!