1MH K1 zinnen, woorden, grammatica

Vertaal:
Waar kom jij vandaan?
1 / 10
suivant
Slide 1: Question ouverte
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vertaal:
Waar kom jij vandaan?

Slide 1 - Question ouverte

Vertaal:
tien

Slide 2 - Question ouverte

Vertaal:
Zwitserland

Slide 3 - Question ouverte

Vertaal:
Ik kom uit Zwitserland.

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal:
Het telefoonnummer

Slide 5 - Question ouverte

Wanneer gebruik ik een hoofdletter?
A
Zelfstandige naamwoorden
B
Namen van mensen, dieren, adressen, plaatsnamen
C
Begin van een zin
D
der, die, das krijgen een hoofdletter

Slide 6 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'sein' in:
Anja is = Anja ...........
A
ist
B
bin
C
bist
D
sind

Slide 7 - Quiz

Anja und ich ..........
A
sein
B
sind
C
seid
D
ist

Slide 8 - Quiz

...... Ihr unterwegs?
A
sind
B
seid
C
sein
D
ist

Slide 9 - Quiz

Welches Wort hast du auf Deutsch gelernt?

Slide 10 - Carte mentale