§14.3 les 1 en les 2

14.3 Vervuiling les 1
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

14.3 Vervuiling les 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom
- Huiswerk in de agenda zetten.
- §14.3 les 1
Leerdoelen
Je kunt:
- benoemen op welke manieren afval wordt verwerkt
- beschrijven hoe luchtvervuiling ontstaat en wat de gevolgen daarvan zijn.
Huiswerk
§14.3 opdr. 1 t/m 6 en 8 t/m 10
Verminderde opdrachten 1, 2, 4, 5, 8 ,9, 10

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Planning les 1
  1. Herhalen vorige les en huiswerkcheck
  2. Leerdoelen van deze les
  3. Uitleg 
  4. Oefenen
  5. Aan de slag
  6. Terugblik van de les

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een sloot die groen ziet van het kroos is een gevolg van verzuring
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

gevolg van eutrofiëring
Welke stof zit in mest die bijdraagt aan de verzuring
A
salpeterzuur
B
ammoniak
C
koolstofdioxide
D
fosforzuur

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 2 plaagdieren vreten de bladeren aan?
A
lieveheersbeestje
B
rups
C
koolmees
D
bladluis

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over recycling?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met jouw afval?
1. nuttige toepassing
- recycling van glas/blik/plastic -> grondstof nieuwe producten
- hergebruik van kleding, meubels, apparaten. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met jouw afval?
2. Verbranden ;
- restafval = wat niet herbruikt wordt -> verbrandingsinstallatie magneten ->
metalen gerecycled. Rest verbrand. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met het afval wat niet meer gebruikt wordt?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de afkorting van Groente- , fruit en tuinafval?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met jouw afval?
3. Storten: 
Klein deel afval : gestort  op vuilnisbelt. *Onderkant = afgedekt-> geen giftige stoffen in grondwater.

Zwerfafval = afval op straat/in natuur Duurt soms honderden jaren voordat schimmels en bacteriën het afval hebben afgebroken.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de gevolgen van luchtvervuiling?
fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en steenkool.
-> verbrand in motoren, fabrieken, huizen, energiecentrales.
-> hierbij: afvalgassen in de lucht
 1. koolstofdioxide
2. zwaveldioxide
3. stikstofdioxide 
Uitstoot: Vrijkomen van afvalgassen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aardolie, aardgas en steenkool noem je ook wel: ... (ze worden verbrand in motoren, fabrieken, huizen, energiecentrales.)

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Fijnstof in de lucht
Fijnstof = kleine deeltjes stof/roet in lucht -> luchtvervuiling
- inademen = slecht voor gezondheid
Smog = mist van fijnstof + afvalgas, vooral op warme,windstille dagen
Verzuring = bodem zuur a.g.v. uitstoot van ammoniak(landbouw)/stikst.dioxide/zwaveldioxide (industrie/verkeer)


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Smag
B
Smeg
C
Smog
D
Smug

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke negatieve gevolgen heeft smog?
A
Smog beschadigt de wortelharen van bomen.
B
Smog kan leiden tot hoofdpijn en benauwdheid.
C
Smog versterkt het broeikaseffect.
D
Smog zorgt voor zure neerslag.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet men tegenwoordig om vervuiling tegen te gaan?
A
Recycle, compost, hergebruik
B
Nuttige toepassing, verbranden, storten
C
Fijnstof, smog, verzuring
D
Geen van de hierboven genoemde

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolg van verzuring
Verzuring vd bodem -twee gevolgen: (bron 7).

1. Door zuur lossen mineralen op -spoelen uit naar het grondwater -> onbereikbaar voor plantenwortels.

2. Door zuur komen giftige stoffen in bodem vrij, (bv lood/ aluminium) -> beschadigt wortelharen. -> zieke planten. 


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
Huiswerk voor de volgende keer is: §14.3 opdr. 1 t/m 6 en 8 t/m 10
Verminderde opdrachten 1, 2, 4, 5, 8 ,9, 10
Klaar? nakijken
Aanbeveling: begrippenlijst §14.3 maken/ maken §12.6/ oefenen op biologiepagina.nl

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

14.3 Vervuiling les 2

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom
- Huiswerk in de agenda zetten.
- §14.3 les 2

Leerdoelen
Je kunt:
- uitleggen waardoor koolstofdioxide in de lucht komt.
- uitleggen wat de gevolgen zijn van te veel koolstofdioxide in de lucht.
Huiswerk
§14.3 opdr. 11 t/m 16 en samenvatten 6 en 7
Verminderde opdrachten 12,13 en 16 en samenvatten opdracht 6 en 7

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Planning les 2
  1. Herhalen vorige les en huiswerkcheck
  2. Leerdoelen van deze les
  3. Uitleg 
  4. Oefenen
  5. Aan de slag
  6. Terugblik van de les

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het probleem van CO2?
Fossiele brandstoffen: ontstaan uit planten/dierenresten 300 miljoen jr. geleden -> bij verbranding teveel CO2 in lucht -> natuurlijke koolstofkringloop verstoord -> https://schooltv.nl/video/het-broeikaseffect-de-aarde-warmt-op/#q=broeikaseffect 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke/verstoorde koolstofkringloop
Eerst de 'natuurlijke kringloop' :
*Planten maken uit CO2 en water de energierijke stof glucose (C6H12O2).

*Dieren &mensen eten planten en krijgen de glucose binnen. vervolgens verbranden ze de glucose -> voor energie. 
Daarbij komt CO2 vrij.

*Planten nemen het CO2 uit de lucht weer op.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke/verstoorde kringloop
Teveel CO2 ,door het vele verbranden van fossiele brandstoffen.
- té veel CO2 in lucht? -> niet meer op te nemen door planten -> teveel CO2 in atmosfeer -> 'versterkt broeikaseffect'. 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Door het versterkt broeikaseffect is het op aarde ...
A
warmer
B
kouder

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog?
Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
B
versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofdioxide
C
het broeikaseffect bestaat helemaal niet
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij het versterkt broeikaseffect
A
lost CO2 veel meer op in water
B
komt er teveel CO2 in de lucht

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de grootste nadeel van het verbranden van fossiele brandstoffen.
A
broeikaseffect
B
aardbevingen
C
tsunami
D
orkanen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze bosbranden zorgen voor een ...............van het broeikaseffect.
A
toename
B
afname

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zonder het broeikaseffect zou er geen leven
op aarde mogelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
Huiswerk voor de volgende keer is: maken §14.3 opdr. 11 t/m 16 en samenvatten 6 en 7
Verminderde opdrachten 12,13 en 16 en samenvatten opdracht 6 en 7

Klaar? nakijken
Aanbeveling: begrippenlijst §14.3 maken/ maken §14.6/ oefenen op biologiepagina.nl

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions