14.3 Vervuiling

Programma
* Huiswerk deze week
*Huiswerk check // herhalen
* Lesdoelen
* Wat weet jij er al vanaf?
* Theorie + checks
* Aan de slag! 
* Evaluatie 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programma
* Huiswerk deze week
*Huiswerk check // herhalen
* Lesdoelen
* Wat weet jij er al vanaf?
* Theorie + checks
* Aan de slag! 
* Evaluatie 

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk
Weektaak = 14.3 'Vervuiling' lezen/maken. 

Slide 2 - Diapositive

Even checken..
Zijn er vragen n.a.v. het huiswerk 14.2?

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
*Je kan uitleggen wat er met jouw afval gebeurt en welke afvalstoffen luchtvervuiling veroorzaken.
*Je kan ook benoemen hoe koolstofdioxide in de lucht een probleem vormt.

Slide 4 - Diapositive

Filmpje!
https://schooltv.nl/video/luchtvervuiling-aantasting-door-uitsloot-van-schadelijke-rook/#q=luchtvervuiling (25 sec.)

https://schooltv.nl/video/hoe-meet-je-luchtvervuiling-vervuiling-meten-met-satellieten/#q=luchtvervuiling (7 min.)

Slide 5 - Diapositive

Wat gebeurt er met jouw afval?
1. nuttige toepassing
- recycling van glas/blik/plastic -> grondstof nieuwe producten
- hergebruik van kleding, meubels, apparaten. 

Slide 6 - Diapositive

Wat gebeurt er met jouw afval?
2. Verbranden ;
- restafval = wat niet herbruikt wordt -> verbrandingsinstallatie magneten ->
metalen gerecycled. Rest verbrand. 

Slide 7 - Diapositive

Wat gebeurt er met het afval wat niet meer gebruikt wordt?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de afkorting van Groente- , fruit en tuinafval?

Slide 9 - Question ouverte

Wat gebeurt er met jouw afval?
3. Storten: 
Klein deel afval : gestort  op vuilnisbelt. *Onderkant = afgedekt-> geen giftige stoffen in grondwater.

Zwerfafval = afval op straat/in natuur Duurt soms honderden jaren voordat schimmels en bacteriën het afval hebben afgebroken.

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn de gevolgen van luchtvervuiling?
fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en steenkool.
-> verbrand in motoren, fabrieken, huizen, energiecentrales.
-> hierbij: afvalgassen in de lucht
 1. koolstofdioxide
2. zwaveldioxide
3. stikstofdioxide 
Uitstoot: Vrijkomen van afvalgassen

Slide 11 - Diapositive

Aardolie, aardgas en steenkool noem je ook wel: ... (ze worden verbrand in motoren, fabrieken, huizen, energiecentrales.)

Slide 12 - Question ouverte

Fijnstof in de lucht
Fijnstof = kleine deeltjes stof/roet in lucht -> luchtvervuiling
- inademen = slecht voor gezondheid
Smog = mist van fijnstof + afvalgas, vooral op warme,windstille dagen
Verzuring = bodem zuur a.g.v. uitstoot van ammoniak(landbouw)/stikst.dioxide/zwaveldioxide (industrie/verkeer)


Slide 13 - Diapositive


A
Smag
B
Smeg
C
Smog
D
Smug

Slide 14 - Quiz

Welke negatieve gevolgen heeft smog?
A
Smog beschadigt de wortelharen van bomen.
B
Smog kan leiden tot hoofdpijn en benauwdheid.
C
Smog versterkt het broeikaseffect.
D
Smog zorgt voor zure neerslag.

Slide 15 - Quiz

Wat doet men tegenwoordig om vervuiling tegen te gaan?
A
Recycle, compost, hergebruik
B
Nuttige toepassing, verbranden, storten
C
Fijnstof, smog, verzuring
D
Geen van de hierboven genoemde

Slide 16 - Quiz

Gevolg van verzuring
Verzuring vd bodem -twee gevolgen: (bron 7).

1. Door zuur lossen mineralen op -spoelen uit naar het grondwater -> onbereikbaar voor plantenwortels.

2. Door zuur komen giftige stoffen in bodem vrij, (bv lood/ aluminium) -> beschadigt wortelharen. -> zieke planten. 


Slide 17 - Diapositive

Wat is het probleem van CO2?
Fossiele brandstoffen: ontstaan uit planten/dierenresten 300 miljoen jr. geleden -> bij verbranding teveel CO2 in lucht -> natuurlijke koolstofkringloop verstoord -> https://schooltv.nl/video/het-broeikaseffect-de-aarde-warmt-op/#q=broeikaseffect 

Slide 18 - Diapositive

Filmpjes over het broeikaseffect
1. https://schooltv.nl/video/clipphanger-wat-is-het-broeikaseffect/#q=broeikaseffect (1.28 min.)
2. https://schooltv.nl/video/wat-zijn-broeikasgassen-een-onzichtbare-trui-die-de-aarde-isoleert/#q=broeikaseffect (4.13)
3. https://www.youtube.com/watch?v=Qn_AUiPyNs4&t=1s (4 min.38) 
4.  Voor KWT (18.22 min) https://schooltv.nl/video/de-buitendienst-5/#q=broeikaseffect

Slide 19 - Diapositive

Natuurlijke/verstoorde koolstofkringloop
Eerst de 'natuurlijke kringloop' :
*Planten maken uit CO2 en water de energierijke stof glucose (C6H12O2).

*Dieren &mensen eten planten en krijgen de glucose binnen. vervolgens verbranden ze de glucose -> voor energie. 
Daarbij komt CO2 vrij.

*Planten nemen het CO2 uit de lucht weer op.

Slide 20 - Diapositive

Natuurlijke/verstoorde kringloop
Teveel CO2 ,door het vele verbranden van fossiele brandstoffen.
- té veel CO2 in lucht? -> niet meer op te nemen door planten -> teveel CO2 in atmosfeer -> 'versterkt broeikaseffect'. 

Slide 21 - Diapositive

Nog ééntje dan..
https://www.youtube.com/watch?v=D_ASo9M_ibc (3.45min)
de aller-allerlaatste 
https://www.youtube.com/watch?v=uoWEdw5Y2Dk (8 min)
https://www.youtube.com/watch?v=o_xtTxPnbZI (3 min)

Slide 22 - Diapositive

Door het versterkt broeikaseffect is het op aarde ...
A
warmer
B
kouder

Slide 23 - Quiz

Wat weet je nog?
Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
B
versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofdioxide
C
het broeikaseffect bestaat helemaal niet
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 24 - Quiz

Bij het versterkt broeikaseffect
A
lost CO2 veel meer op in water
B
komt er teveel CO2 in de lucht

Slide 25 - Quiz

Wat is de grootste nadeel van het verbranden van fossiele brandstoffen.
A
broeikaseffect
B
aardbevingen
C
tsunami
D
orkanen

Slide 26 - Quiz

Deze bosbranden zorgen voor een ...............van het broeikaseffect.
A
toename
B
afname

Slide 27 - Quiz

Zonder het broeikaseffect zou er geen leven
op aarde mogelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Zijn er nog vragen? 
Huiswerk = 14.3 lezen/maken. 

Slide 29 - Diapositive

Geef een cijfer aan jouw productiviteit van deze les:

Slide 30 - Question ouverte