Britse Rijk 1.2 online 3

1.2 India als trots van het Britse Rijk
HC Britse Rijk  1585 - 1900
les 3 - India wordt grondstoffenleverancier én afzetmarkt t/m Indiërs willen deelnemen aan bestuur.
Waardoor werd India in de negentiende eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.2 India als trots van het Britse Rijk
HC Britse Rijk  1585 - 1900
les 3 - India wordt grondstoffenleverancier én afzetmarkt t/m Indiërs willen deelnemen aan bestuur.
Waardoor werd India in de negentiende eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?

Slide 1 - Diapositive

6. Wat is het verbgand tussen de industriële revolutie in Groot-Brittannië en de opkomst van het modern imperialisme in India?

7. Wat was het belang van de opening van het Suezkanaal voor de Britse handel?

8. Wat waren de motieven voor de oprichting van het Indian National Congress?

Leerdoelen
les 3

Slide 2 - Diapositive

Welke begrip laat deze tekening zien. Noem twee beeldkenmerken.

Slide 3 - Diapositive

India wordt grondstoffenleverancier en afzetmarkt

Slide 4 - Diapositive

Na de industriele revolutie was Engeland ook in staat om zelf mooie stoffen te produceren en hadden zij daarvoor de Indische nijverheid niet meer nodig.

De rol van de handel met India veranderde. Er werden nu geen mooie stoffen meer gekocht, maar India moest de grondstoffen (katoen) leveren (wingewest) voor de productie in de fabrieken in Engeland. Nu werden  er wel grote plantages opgericht, ook voor thee en tabak. plantagekolonie

Daarna werden die producten weer in India verkocht (afzetgebied). De Indiase wevers en spinnen konden niet op tegen de industriele productie en verloren hun bron van inkomsten.
India wordt grondstoffenleverancier en afzetmarkt

Slide 5 - Diapositive

Omdat de Britten zelf India bestuurden, konden ze ook zelf bepalen welke rol India speelde in de wereldeconomie. De belangen van het moederland stonden daarbij boven de belangen van de kolonie.
India wordt grondstoffenleverancier en afzetmarkt

Slide 6 - Diapositive

Hoe zorgde Groot-Brittannië in de negentiende eeuw voor een constante aanvoer van grondstoffen uit de koloniën?

Slide 7 - Question ouverte

Waarom werd het door de industriële revolutie belangrijk dat de koloniën ook als afzetmarkt voor Britse producten zouden dienen?

Slide 8 - Question ouverte

Wie legt de link naar deze paragraaf?

Slide 9 - Diapositive

Hoe belangrijk is het Suezkanaal in onze tijd voor de wereldhandel? (Maak dit met voorbeelden duidelijk.)

Slide 10 - Diapositive

Treinen en het Suezkanaal

Slide 11 - Diapositive

Om alle grondstoffen en eindproducten over de wereld te verplaatsen was een goed en vervoersnetwerk nodig.

De Britse overheid liet een goed spoorwerknetwerk in India aanleggen van de havens naar het binnenland.

In 1869 opende ook het Suezkanaal, een waterweg tussen de Middenlandse Zee en de Rode Zee. Zo hoefden schepen niet langer helemaal om Afrika heen te varen.
Treinen en het Suezkanaal
1869

Slide 12 - Diapositive

Egypte en Frankrijk waren grootaandeelhouders in het Suezkanaal. Maar Egypte had echter grote schulden door de bouw van het kanaal.

Engeland kocht de aandelen van Egypte over en wist zo mooi ook te verdienen aan het kanaal.
Treinen en het Suezkanaal
1869
Deze cartoon uit het Britse tijdschrift Punch (1878) laat zien hoe de minister-president van Groot- Brittannië (achtergrond links) het grootste deel van de aandelen koopt in het Suezkanaal. Hierdoor krijgt Groot-Brittannië de meeste zeggenschap over het Suezkanaal. De leeuw op de voorgrond staat symbool voor Groot-Brittannië

Slide 13 - Diapositive

Hoe maakt de tekenaar van bron 33 duidelijk waarom de Britse minister-president de aandelen in het Suezkanaal kocht?
Deze cartoon uit het Britse tijdschrift Punch (1878) laat zien hoe de minister-president van Groot- Brittannië (achtergrond links) het grootste deel van de aandelen koopt in het Suezkanaal. Hierdoor krijgt Groot-Brittannië de meeste zeggenschap over het Suezkanaal. De leeuw op de voorgrond staat symbool voor Groot-Brittannië.

Slide 14 - Diapositive

De Britse invloed nam in de loop van de 19e eeuw steeds verder toe.

Alles was Engels, de taal op school en in de handel, de rechtspraak. Mensen uit de hogere klassen stuurden hun kinderen zelfs naar universiteiten in Engeland.

Zo ontstond een groep Indiërs, die Britser dan Brits was.
Indiers willen deelnemen aan het bestuur
1885

Slide 15 - Diapositive

De Britten vonden het hun taak om de Indiërs 'Brits'  op te voeden, maar eenmaal goed geschoold mochten de Indiërs geen inspraak in het bestuur.

In 1885 richtte een groep hoogopgeleide Indiers Indian National Congress op.  Het moest een vertegenwoordiging worden van het Indische volk en een rol gaan spelen in het bestuur.
Indiers willen deelnemen aan het bestuur
1885

Slide 16 - Diapositive

De eisen van het Indian National Congress waren bescheiden zij waren:

- tegen economische uitbuiting van India
- tegen de racistische eigenschappen van het Britse bestuur

De Britten vonden the Indian National Congress bedreigend, vooral omdat Indiers uit verschillende regio's samenwerkten.
Daarbij vreesden de Britten voor een vorm van Indisch nationalisme dat zou streven naar onafhankelijkheid en zelfbestuur.

Rond 1900 was Engeland wereldmacht nummer 1, heerste over een kwart van de wereldbevolking. En daar werkten ze hard aan om het in stand te houden. Brittannia rule the waves!

Indiers willen deelnemen aan het bestuur
1885

Slide 17 - Diapositive

Wat is het Indian National Congress?

Slide 18 - Question ouverte

De deelnemers aan het Indian National Congress kwamen uit alle delen van India.

Toon dit aan met behulp van de foto van bron 34.

Slide 19 - Diapositive

Wat zijn de wensen van het National Indian Congress?

Slide 20 - Carte mentale

1. De bevordering van persoonlijk contact en vriendschap tussen de meer serieuze voorvechters van onze zaak in de verschillende delen van het rijk.

2. De beëindiging door vriendelijk en persoonlijk contact van alle mogelijke vooroordelen op gebied van ras, afkomst en regio tussen alle liefhebbers van ons land en de verdere uitbreiding en bevestiging van gevoelens van nationale eenheid die hun oorsprong hebben in het gedenkwaardige bestuur van onze geliefde lord Ripon*.
3. Het vastleggen, na uitgebreide discussie, van de volwassen mening van geleerde groepen in India over de belangrijkste en meest dringende sociale vraagstukken van het moment.
4. Het bepalen van de regels en de beste manier waarop het de komende twaalf maanden wenselijk is voor de deelnemers aan dit congres (Indiërs) te werken in het publieke belang van India.’
Uit: Oprichtingsovereenkomst Indian National Congress (1885).* Lord Ripon was van 1880 tot 1884 de hoogste Britse bestuurder in India.Hij zette zich in voor lokaal zelfbestuur voor de Indiase bevolking.



De doelen van het Indian National Congress werden vastgesteld tijdens de eerste bijeenkomst:

Slide 21 - Diapositive

Verplaats je in de Britse bestuurders eind negentiende eeuw. Wat is jouw visie op de wensen van het Indian National Congress

Slide 22 - Question ouverte

Poster aanvullen

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Tijdvak 6 Regenten en vorsten
25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

Tijdvak 7
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

Tijdvak 8 Burgers en stoommachines
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
34 De opkomst van emancipatiebewegingen.



Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij dit deel van de paragraaf?
Welke KA's passen bij dit deel van de paragraaf?

Slide 25 - Diapositive

Tijdvak 6 Regenten en vorsten
25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

Tijdvak 7
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

Tijdvak 8 Burgers en stoommachines
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
34 De opkomst van emancipatiebewegingen.



Kenmerkende aspecten

Slide 26 - Diapositive

Welke vragen heb je nog?

Slide 27 - Question ouverte

huiswerk
bestudeer par 1.3 vanaf '.De industriële revolutie' t/m 'Een veranderende samenleving'

lees ook je aantekeningen van 8.1 en 8.2 nog eens door

maak een samenvatting
laat ruimte voor wat je niet begrijpt.

Slide 28 - Diapositive