Methodiek: Module 3 Waarnemen

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Waarnemen

Dit is het continue proces van informatie tot je nemen met behulp van jouw zintuigen:

Ruiken, zien, horen, proeven en voelen.

1. Welke reclameborden heb je onderweg naar school gezien? 

2. Wat was het eerste wat je geroken hebt? 

3. Welke geluiden heb je het laatste half uur gehoord? 

4. Teken uit je hoofd een paperclip. 

5. Wat was de eerste zin waarmee de docent de les begon? 

Wat weet je tot nu toe over waarnemen?

Wat kunnen redenen zijn om gericht waar te nemen?

- Om aan te kunnen sluiten bij de behoefte van de groep/kind.

- Om kind/ groep beter te begrijpen.

- Om aan meer informatie over het kind/ de groep te komen.

- Om een vraag over een kind/ groep beantwoord te krijgen. 

Hoe kan het dat je met 2 personen naar dezelfde situatie kijkt, maar beide iets anders waarneemt?

Hoe kan het dat jouw verwachtingen invloed hebben op je waarneming?

vanaf 5.20 kijken tot 8.40

Waarom is het belangrijk om bij het waarnemen al je zintuigen te gebruiken (zien, horen, ruiken, voelen).

1. Hierdoor kunnen kinderen zich beter ontwikkelen
2. Hierdoor kun je je een compleet beeld vormen van een situatie.

Het waarnemingsproces verloopt in drie stadia: prikkels, gewaarwording en verwerking.
Over welk stadium van het waarnemingsproces het gaat bij het volgende voorbeeld: Mimar schrikt van het schreeuwen van twee kinderen.

1. prikkels
2. gewaarwording
3. verwerking

Het waarnemingsproces verloopt in drie stadia: prikkels, gewaarwording en verwerking.
Over welk stadium van het waarnemingsproces het gaat bij het volgende voorbeeld: Bas ruikt urinelucht.

1. prikkels
2. gewaarwording
3. verwerking

Het waarnemingsproces verloopt in drie stadia: prikkels, gewaarwording en verwerking.
Over welk stadium van het waarnemingsproces het gaat bij het volgende voorbeeld: Sandra ziet Jan huilen en weet dat hij moe is, ze troost hem.

1. prikkels
2. gewaarwording
3. verwerking

Wat betekent volgens jullie het begrip autonomie?