Les 2

• Pedagogisch werk
• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Wensen en behoeften van het kind 

Les 2 

Inhoud les 

• Terugblik les 1 
• Theorie
• ontwikkelingsaspecten 
• Opdracht 

Terugblik 

Module opdracht: voor iedereen duidelijk? Iemand al een kind besproken om voor deze opdracht te observeren en te onderzoeken?​

Stappenplan in Teams: nog vragen?

Samen lezen....

We lezen samen module 3 H.1.1, 1.2 en 1.3 ​

Vanaf blz 100 Methodiek PW

1.2 het waarnemingsproces 

• Prikkels – Brokjes informatie uit je omgeving 
• Gewaarwording – Prikkels die worden verwerkt door je hersenen
• Verwerking – (interpretatie) Alle losse brokken informatie vormen in je hersenen een compleet beeld, hieraan geef je betekenis. 
• Waarnemingsproces – Prikkels + gewaarwording + verwerking. ​

Waarnemingsproces visueel

Wat zijn prikkels? 

Een prikkel is informatie die we krijgen via onze zintuigen. Alles wat we zien, horen, ruiken, proeven en voelen wordt door de hersenen geregeld. Zoals licht, geluid en de temperatuur buiten.

Gewaarwoording 

Als prikkels door de ‘selectie’ heen komen, spreken we over gewaarwording.​

• Neemt iedereen hetzelfde waar?​
• Wat merk je doorgaans het eerste op?

Wat je selecteert hangt af van:​​

• Wat jouw zintuigen kunnen waarnemen​
• Je psychische toestand​
• Je ervaring​
• De aard van de prikkel (opvallend of niet)

Verwerking 

Van alle ‘losse brokjes’ informatie die bij je binnenkomt maakt jouw brein een compleet beeld = verwerking

Deze verwerking interpreteer je.

Interpreteren: Het geven van betekenis aan je waarneming

Interpreteren doet iedereen anders. Het heeft te maken met hoe jij het ziet, wat jouw ervaringen zijn en wat jij denkt en hoe jij erover denkt.

Interpreteren 

Interpreteren is het geven van betekenis aan je waarneming 

Je interpreteert dingen op basis van wat je ziet gebeuren, maar ook op basis van wat je denkt te zien. Ervaringen spelen hierbij een rol > referentiekader 

Waarnemingsprincipes

We hebben de neiging om automatisch samenhang aan te brengen tussen die dingen die we waarnemen. Je probeert een geheel te maken van verschillende losse dingen. 

Je werkt op een school in de kleutergroep en je hebt een kind al een paar keer betrapt toen ze speelgoed van een ander kind afpakte. Je ziet het kind nu met een pop spelen en een ander kind naast het kind huilen. Door je eerdere ervaringen zul je misschien denken dat het kind nu ook speelgoed heeft afgepakt. 

Terwijl het kind in werkelijkheid misschien gewoon haar moeder mist en daarom moet huilen. 

Waarnemen

Waarnemen doe je altijd 

Meestal ben je je niet bewust van het hele proces en handel je 'uit gevoel'. 

Het klopt vaak, maar niet altijd. 

Optische Illusie 

Waar is het donkerder? Bij A of B? 

Ontwikkelingsaspect 

Je hebt op stage een kind uitgekozen om voor deze moduleopdracht te observeren. Je gaat gericht kijken naar één ontwikkelingsaspect bij dit kind. Je krijgt nu tijd om je te verdiepen in dit ontwikkelingsaspect.

Hou hierbij ook rekening met de leeftijd van het kind, dat bepaalt waar dit kind ongeveer moet zitten in dit ontwikkelingsaspect.

Ontwikkelingsaspect 

cognitieve ontwikkeling: denken, geheugen en taal

lichamelijke ontwikkeling: Groei, zintuigen en motoriek

Sociale ontwikkeling: kunnen omgaan met anderen

Persoonlijkheidsontwikkeling: Eigen identiteit, wil en opvattingen

emotionele ontwikkeling: Kunnen omgaan met gevoelens

Creatieve ontwikkeling: Fantasie, iets nieuws maken, in oplossingen denken 

Volgende les 

Signaleren en observeren