les 3,4 markten

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

H6 Markten

Je kan of weet zover:

- wat een goed en een dienst is

- het verschil tussen een abstracte en concrete markt

- rekenen met de Qa en Qv functie:

begrippen als Pmax, Pmin, Pe, Qe ken je en kan je berekenen+ 

grafisch maken

- verschil consumeren investeren

Een scooter is een

1. dienst
2. goed

De aandelenmarkt is een..

1. abstracte markt; je kan er heen
2. fysieke markt; je kan er niet naartoe
3. abstracte markt; je kan er niet naar toe
4. fysieke markt; je kan er naartoe

Bereken de evenwichtsprijs (Pe)

Qa= 200P - 300
Qv= -100P + 400

1. 2 euro 33
2. 43 eurocent
3. 1 euro
4. 7 euro

Bereken de evenwichtshoeveelheid (Qe)
Qa= 200P - 300
Qv= -100P + 400

Bereken de maximale betalingsbereidheid (Pmax)

Qa= 200P - 300
Qv= -100P + 400

1. 1,50 euro
2. 2,33 euro
3. - 4 euro
4. 4 euro

Bereken de minimale leveringsbereidheid (Pmin)

Qa= 200P - 300
Qv= -100P + 400

1. 1,50 euro
2. 4 euro
3. 2,67 euro
4. 233

een nieuwe bedrijfsauto aanschaffen noem je ..

1. consumeren
2. investeren

Vraaglijn 

De vraaglijn heeft een dalend verloop; naarmate iets duurder (hoge prijs) is, wordt er minder gekocht (kleine hoeveelheid).

Of andersom: als het goedkoop is (lage prijs) dan wordt er veel verkocht (grote hoeveelheid)

Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop? (van linksboven naar rechtsonder?)

1. want P -- is Qv --
2. hoe duurder iets is, hoe meer vraag
3. hoe goedkoper iets is, hoe meer vraag
4. bij een lage prijs wordt er weinig gevraagd

Meer vraag naar een product

Als iets in de mode komt/ consumenten meer te besteden hebben/ etc (zie volgende sheet) dan verschuift de vraaglijn naar rechts. 

Andersom kan ook: minder vraag= vraaglijn naar links. 

Weet je nog? Invloed op de vraag

De prijs is meest bepalend, maar ook

- concurrentie (welke merk smartphone kies je?)

- koopkracht consument (is je zakgeld hoog genoeg?)

- trends, mode (loopt iedereen er mee? is het 'in'?)

- nut, behoefte (is het echt nodig om te kopen?)

- economische omstandigheden (verwacht je minder te gaan verdienen?)

Wat heeft er bij jou het meeste invloed op jouw vraag (koopgedrag)?

Grafiek 1 en 2

In grafiek 1 zie je dat de vraaglijn naar rechts verschuift; dat betekent dat er meer vraag naar het product is (Qv ++). Dit kan zijn omdat je paraplu's verkoopt in de herfst (meer vraag) of waterijsjes in de zomer (meer vraag) etc etc. 

In grafiek 2 zie je dat de vraag afneemt; de vraaglijn verschuift naar links. De consument koopt minder (Qv --) van het product.

Aanbodlijn

De aanbodlijn heeft een stijgend verloop: naarmate de prijs stijgt, wordt er meer aangeboden (P++Qa++). Dat komt omdat er dan meer geld te verdienen valt. 

Andersom, als de prijs daalt, zal het aanbod ook dalen. Zie maar in de grafiek: lage prijs= lage hoeveelheid. (P--Qa--). 

De aanbodlijn heeft een stijgend verloop omdat..

1. bij een hoge prijs er weinig aangeboden wordt
2. bij P++ Qv ++
3. bij P ++ Qa --
4. bij een hoge prijs wordt er meer aangeboden

Grafiek 3 en 4

In grafiek 4 zie je dat het aanbod afneemt (Qa--), misschien door een mislukte oogst, of omdat de kosten te hoog worden voor de producent. De aanbodlijn verschuift hierbij naar links. 

In grafiek 3 zie je dat het aanbod toeneemt; de aanbodlijn verschuift naar rechts; er is meer aanbod (Qa++) van dit product.

Waardoor verschuift een aanbodlijn naar links?

Aan de slag

Maken opgave t/m 6.21 (vwo)

t/m opg 6.19 (havo)