5.1 De renaissance

5.1 De renaissance (1300 - 1600)
  • vooral: mentaliteitsverandering tov de Middeleeuwse mens
  • van: obsessie voor leven na de dood (memento mori) >
  • belangstelling voor het leven op aarde in het nu ('carpe diem')
  • heroriëntatie op de werken van de Klassieke Oudheid o.a. doordat
  • oude teksten terug werden gevonden (kloosters/kruistochten)




1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

5.1 De renaissance (1300 - 1600)
  • vooral: mentaliteitsverandering tov de Middeleeuwse mens
  • van: obsessie voor leven na de dood (memento mori) >
  • belangstelling voor het leven op aarde in het nu ('carpe diem')
  • heroriëntatie op de werken van de Klassieke Oudheid o.a. doordat
  • oude teksten terug werden gevonden (kloosters/kruistochten)




Slide 1 - Diapositive

Rafaël: De school van Athene

Slide 2 - Diapositive

herwaardering van de Klassieke cultuur
  • de klassieke werken gaven handvaten voor het verbeteren van het leven op aarde.
  • belangstelling van geleerden voor antieke cultuur, poëzie en geschiedenis noemen we humanisme 
  • vb: 'Vitruviusman' (Leonardo de Vinci)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

5.1 De renaissance (1300 - 1600)
  • vooral: mentaliteitsverandering tov de Middeleeuwse mens
  • van: obsessie voor leven na de dood (memento mori) >
  • belangstelling voor het leven op aarde in het nu ('carpe diem')
  • heroriëntatie op de werken van de Klassieke Oudheid >
  • humanisme > humain = de mens (staat centraal - 'uomo universalis')
  • renaissance begon in Italië (Boccaccio en Dante, basis gelegd voor modern Italiaans: zij schreven niet in het Latijn, de taal van de kerk))


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

opdracht:

Leg aan de hand van een beeldelement uit waarom dit zelfportret (1535) past binnen de renaissance.

Toelichting: I M zijn de initialen van de schilder, de A staat voor Amsterdam

Slide 8 - Diapositive

leg met 1 beeldelement uit waarom dit schilderij past binnen de renaissance

Slide 9 - Carte mentale

Jacob Corneliszoon van Oostsanen 
(1533)  
            Christelijke kunst in de ME

Slide 10 - Diapositive

renaissance in de beeldende kunst:
  • ipv uitbeelden symbolische betekenis, natuurgetrouwe weergave 
  • gevolg: aandacht voor perspectief, licht en kleuren
  • meer aandacht voor anatomie en menselijke emoties, zie Michelangelo

Slide 11 - Diapositive

Michelangelo: Piëta

Slide 12 - Diapositive

details van de
 Piëta

Slide 13 - Diapositive




Leonardo da Vinci



Homo universalis (Universele mens)

Slide 14 - Diapositive

Mona Lisa (1504)
zelfportret Da Vinci (1512)

Slide 15 - Diapositive

renaissance in de politiek
  • in de ME: politiek is onderdeel van een goddelijk plan
  • Klassieken: machthebbers handelen in  belang van de gemeenschap
  • Machiavelli (1469 - 1527): staat moet voor stabiliteit zorgen en
  • het welzijn van de staat is belangrijker dan die van het individu
  • geen voorschriften gebaseerd op de christelijke moraal

Slide 16 - Diapositive

slotopmerkingen:
  1. renaissance kon zich verspreiden door boekdrukkunst
  2. kritischer houding t.o.v de kerk o.a Erasmus (vertaling Vulgaat)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo