Grammatica - les 3.7 - meewerkend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

indeling les:

• stillezen ( 5 min.)
• herhalen: pv + wwg + ond + lijd.vw ( 10 min.)         groepsopdracht taalgrapje + lego
• uitleg: het meewerkend voorwerp (5 min.)
• zelfstandig werken op werkblad (10 min.)
• exit ticket - Lessonup ( 5 min.)

Grammatica- les 4.5

Pak je schrift!

Is de slide geel?

Schrijf de aantekeningen 

over in je schrift!

Doelen van de vorige lessen:

• de persoonsvorm
• het werkwoordelijk gezegde
• het onderwerp
• het lijdend voorwerp (vorige les)

Wat moet er in iedere goede zin staan?

Wat is het lijdend voorwerp?

Wat is het lijdend voorwerp?
zin 1:
zin 2:

Groepsopdracht

Bouw de zinnen op in de goede kleur.

voorbeeld:

De docent / heeft / uitleg / gegeven.

     ond           wwg    lijd.v        wwg

Groepsopdracht

Bouw de zinnen op in de goede kleur:

Piet en Jan eten pindakaas.

Groepsopdracht

Bouw de zinnen op in de goede kleur:

Wil jij de tas optillen?

Groepsopdracht

Bouw de zinnen op in de goede kleur:

Wil jij de tas optillen?

Groepsopdracht

Bouw de zinnen op in de goede kleur:

Alle leerlingen hebben een aantekeningenschrift.

Doel van de les:

• Nieuw: het meewerkend voorwerp

Meewerkend voorwerp

meewerkend voorwerp

Pak je schrift!

Schrijf deze zin op:

Sint heeft cadeautjes voor kinderen gekocht.

Sint heeft cadeautjes voor kinderen gekocht.

pv:               -proef

wwg:          

ond:           

Sint / heeft / cadeautjes voor kinderen gekocht.

pv:               heeft

wwg:          alle werkwoorden

ond:           

Sint / heeft / cadeautjes voor kinderen / gekocht.

pv:               heeft

wwg:          heeft gekocht

ond:           wie / wat + wwg

Sint / heeft / cadeautjes voor kinderen / gekocht.

pv:               heeft

wwg:          heeft gekocht

ond:           Sint

Sint / heeft / cadeautjes voor kinderen / gekocht.

pv:               heeft

wwg:          heeft gekocht

ond:           Sint

lijdend voorwerp: wie/wat + wwg + ond

Sint / heeft / cadeautjes / voor kinderen / gekocht.

pv:               heeft

wwg:          heeft gekocht

ond:           Sint

lijdend voorwerp: cadeautjes

meewerkend voorwerp: aan / voor wie?

Sint / heeft / cadeautjes / voor kinderen / gekocht.

pv:               heeft

wwg:          heeft gekocht

ond:           Sint

lijdend voorwerp: cadeautjes

meewerkend voorwerp: voor kinderen

Zou je me dat schaartje willen aangeven?

pv:               -proef                                                 

wwg:         alle ww

ond:           wie/wat + wwg

lijdend voorwerp:  wie/wat + wwg + ond

meewerkend voorwerp: aan/voor wie?

Neem over in je schrift.

Zou je me dat schaartje willen aangeven?

pv:               

wwg:         

ond:          

lijdend voorwerp:  

meewerkend voorwerp: 

gezegde

lijdend voorwerp

onderwerp

meewerkend voorwerp

De docent

geeft

uitleg over grammatica

aan de leerlingen.

gezegde

lijdend voorwerp

onderwerp

meewerkend voorwerp

overig

mijn foto's 

stuur

ik

digitaal

aan mijn zus.

Maken: werkblad pv + wwg + ond + l.vw + m.vw

Klaar?

• Leesboek
• oefenen op Cambiumned.nl

Afsluiting

• Stappenplan herhalen
• Huiswerk: les 4.5  afmaken
• Volgende les: 5.4 bijwoordelijke bepaling
• Leesboek lezen!

Maken H 3 - les 3.7 grammatica - opd. 1 + 3 t/m 7

                                                              werkboek blz...

Klaar?

• leesboek uit?
• leesboektoets   maken
• ander huiswerk

Sleep de zinsdelen naar de juiste plek. Let op... soms staan er twee zinsdelen in één vak.

wwg

ond

lijdend vw

meewerkend vw

Hij

heeft

een cadeau

aan zijn moeder

gegeven.

Afsluiting

• Huiswerk: les 3.7 opd. 1 + 3 t/m 7 afmaken
• Volgende les: les 3.7 - herhalen t/m m.vw