Hoofdstuk 1 Leesvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 1: Leesvaardigheid 

H4

Welkom

Deze opdrachten horen bij tekst 3 op pagina 32-33 van je Nieuw Nederlands boek. Lees de tekst en doorloop de vragen. 

Let op: klik na het beantwoorden van een vraag steeds op 'Bewaren', anders ben je je antwoorden kwijt.

Instructie 

Lees de tekst in je boek (p.32-33) en houd deze bij de hand. De volledige vragen zijn niet altijd overgenomen in deze les. Soms moet je de vraag in je boek lezen. 

Formuleer antwoorden op open vragen in hele zinnen. 

1. Wat is het onderwerp van de tekst?
Gebruik maximaal vijf woorden.

2.Welke soort aandachttrekker gebruikt de auteur in alinea 1?

1. De actualiteit
2. Een anekdote
3. Een voorbeeld
4. Belang voor de lezer

3. Welke tekstsoort verwacht je? (p.17)
Leg je antwoord uit.

4. Aan welke structuur van een tekst denk je? (zie p.27)

1. Argumentatiestructuur
2. Probleem/oplossing structuur
3. Verklaringsstructuur
4. Vraag/antwoord structuur

4b. Leg je antwoord uit.

Lees vraag 5 en 6 in je boek.
5. Bedenk zelf een passend kopje voor deel 1.

6. Bedenk zelf een passend kopje voor deel 2.

8. Wat is de kernzin van alinea 2? Citeer de eerste drie woorden en de laatste drie woorden.

Lees het citaat van vraag 9. Leg uit wat Mischa Coster daarmee bedoelt.

Lees vraag 10. Wat is het antwoord van mediapsycholoog Coster? (al. 5)

Lees vraag 11 en formuleer je antwoord hieronder.

12. Wat wordt er bedoeld met 'cultural awareness' of 'latente aanwezigheid'? (al. 7)

Lees vraag 13. Waar geven de twee psychologen sociale media de schuld van.

14. Wat is de kernzin van alinea 9?
Citeer de eerste drie en de laatste drie woorden.

Lees vraag 15. Leg je antwoord uit en baseer je antwoord op alinea 10 en 11.

16. Wat is de kernzin van alinea 12?
Citeer de eerste drie en de laatste drie woorden.

17. Wat is de kernzin van alinea 13?
Citeer de eerste drie en de laatste drie woorden.

18. Lees vraag 18. Leg uit wat de auteur bedoelt met deze uitspraak.

19. Wat is het schrijfdoel van deze auteur?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Opiniëren
4. Activeren

20. Lees vraag 20. Wat is de hoofdgedachte van de tekst? Lees de antwoordoptie en kies de juiste letter.

1. Antwoord A
2. Antwoord B
3. Antwoord C
4. Antwoord D

Dit waren alle vragen. Zorg dat jij al je gegeven antwoorden opgeslagen hebt.