Nieuw Nederlands Hoofdstuk 2 opdracht 3 blz. 31 t/m 33

Van welke sociale netwerken maken jullie gebruik?
1 / 20
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Van welke sociale netwerken maken jullie gebruik?

Slide 1 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort aandachttrekker gebruikt de auteur in alinea 1?
A
De actualiteit
B
Een anekdote
C
Een voorbeeld
D
Het belang voor de lezer

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke tekstsoort verwacht je?
A
Een uiteenzetting
B
Een beschouwing
C
Een betoog

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke structuur heeft de tekst?
A
Argumentatiestructuur
B
Probleem/oplossingstructuur
C
Verklaringsstructuur
D
Vraag/antwoordstructuur

Slide 4 - Quiz

Afhankelijk van de tekstsoort:
C verklaringsstructuur of D vraag/antwoordstructuur (bij een uiteenzetting)
B probleem/oplossingstructuur (bij een beschouwing)
A argumentatiestructuur (bij een betoog)
Bedenk een passend tussenkopje boven deel 1 (alinea 2 t/m alinea 7)

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een passend kopje boven deel 2 (alinea 8 t/m 14)

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De betekenis van de woorden uit vraag 7
spenderen (al. 2) – besteden
weliswaar (al. 5) – toegegeven; inderdaad; wel
latent (al. 7) – verborgen; niet zichtbaar of waarneembaar
narcist (al. 8) – iemand met een ziekelijke liefde of bewondering voor zichzelf
materialisme (al. 8) – het sterk gericht zijn op geld en bezit
empathie (al. 8) – medeleven; inleven in anderen
ontwaren (al. 10) – zien; bespeuren
pose (al. 10) – houding
legitiem (al. 11) – geaccepteerd; normaal
introvert (al. 12) – op zichzelf gericht; in zichzelf gekeerd
sociale remmingen (al. 12) – onbewuste controle van het gedrag in het dagelijks leven (omdat we niet op een bepaalde manier willen overkomen)
zelfregulerend (al. 13) – ervoor zorgend dat binnen de eigen kring/sector geen slechte dingen gebeuren

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de kernzin van alinea 2?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

'Online en offline vloeien naadloos in elkaar over.' (al.3) Leg uit wat Mischa Coster daarmee bedoelt.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Alinea 4 eindigt met de vraag: 'Is een ervaring delen met 'online' vrienden belangrijker geworden dan de ervaring zelf? Wat is daarop het antwoord van mediapsycholoog Coster? (al.5)

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent het voor vrienden als ze op hun website foto's plaatsen van gezamenlijke activiteiten, aldus Mendelson (al.6)?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt bedoeld met ambiant awareness ofwel 'latente aanwezigheid' (al. 7)

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar geven de Amerikaanse psychologen Twenge en Campbell de sociale media de schuld van?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de kernzin van alinea 9?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn Mendelson en Coster het eens met de opvatting dat de sociale media vooral een podium zijn voor narcisten? Leg je antwoord uit en baseer je daarbij op de alinea's 10 en 11.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de kernzin van alinea 12?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de kernzin van alinea 13?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

'Daarin verschilt de digitale wereld niet veel van de echte.'(al. 14) Leg uit wat de auteur daarmee bedoelt.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het schrijfdoel van de auteur?
A
Informeren
B
Activeren
C
Opiniëren
D
Amuseren

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Sociale media bevordert 'echte' vriendschappen en soms ook het zelfvertrouwen van de gebruikers
B
Sociale media heeft geleid tot een toename van narcistische karaktertrekken onder Amerikaanse studenten.
C
Sociale media is geen onschuldig tijdverdrijf, want het houdt veel mensen af van het echte leven
D
Sociale media maakt mensen uitbundig en sociaal

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions