H7 film

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Camera beweging
Camera standpunt
Camera afstand
Dit is de plaats van de camera ten opzichte van dat wat gefilmd wordt.
neutraal/
ooghoogte, kikker of vogelvlucht perspectief
Het verplaatsen van de positie van de camera ten opzichte van het gefilmde
statisch en/of dynamisch. Een horizontale, verticale of draaiende of een zoom beweging. Of juist geen beweging
De afstand van de camera tot het gefilmde
close-up , medium-shot , totaal shot of long shot 

Slide 5 - Question de remorquage

Cameravoering/opnametechniek
  • CAMERA STANDPUNT: Dit is de plaats van de camera ten opzichte van dat wat gefilmd wordt.
    - neutraal/ooghoogte, kikker of vogelvlucht perspectief
  • CAMERA BEWEGING: Het verplaatsen van de positie van de camera ten opzichte van het gefilmde
    - statisch en/of dynamisch. Een horizontale, verticale of draaiende of een zoom beweging. Of juist geen beweging
  • CAMERA AFSTAND: De afstand van de camera tot het gefilmde 
    - close-up , medium-shot , totaal shot of long shot 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

hoe zal expressionisme
in de FILM er uit zien?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Vidéo


Dit is GEEN kenmerk van de expressionistische film
A
Sterke licht-donker contrasten
B
Overacteren van de acteurs (emoties)
C
Vooral gefilmd vanaf ooghoogte perspectief
D
Grote/vervormde decors

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Film als propagandamiddel
Film is een machtig medium om als propagandamiddel in te zetten omdat:
  • Je kan namelijk in een film makkelijk de waarheid manipuleren (naar je eigen hand zetten, bijvoorbeeld door montagetechnieken).
  • Je kan met film een groot publiek bereiken, onder wie ook de ongeletterde mensen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

VRAAG 1.
In de scene zie je dat ze d.m.v. de CAMERAVOERING het leger (de Kozakken) en de massa totaal verschillend in beeld brengen.
Welke contrasten zie je in de film op het gebied van:
  • Camerastandpunt (ooghoogte, kikker, vogelvlucht) 
  • Camerabeweging (beweegt een camera mee?) 
  • Camera-afstand (close-up, long en medium shot) 
(Bespreek per punt hoe ze het leger en de massa in beeld brengen)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Welke CONTRASTEN zie je in de film op het gebied van:
Camerastandpunt
Camerabeweging
Camera-afstand
(Bespreek per punt hoe ze het leger en de massa in beeld brengen)

Slide 19 - Question ouverte

VRAAG 1 - ANTWOORD
Door middel van de CAMERAVOERING wordt het leger (de Kozakken) en de massa totaal verschillend in beeld brengen. In het fragment zie je de volgende contrasten (tegenstellingen):

Camerastandpunt
- Het leger wordt vaak vanuit vogelvluchtperspectief getoond,
- De massa vaak vanuit kikvorsperspectief en ooghoogte-perspectief
Camerabeweging
- De camera beweegt soms mee met de individuen uit de massa mee
- De camera staat stil en beweegt niet mee met het leger
Camera-afstand
- Van de massa krijg je close-ups te zien
- het leger wordt in longshot (totaal-shot) en medium-shot getoond.

Slide 20 - Diapositive

Vraag 2
De muziek bij de Pantserkruiser Potemkin werd door een bevriende componist gemaakt. 
Eisenstein volgde in de montage deze muziek slechts een enkele keer.
Geef drie voorbeeld waar de montage de muziek volgt en
één voorbeeld waar dat duidelijk niet het geval is.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Eisenstein volgde in de montage deze muziek slechts een enkele keer.
Geef drie voorbeeld waar de montage de muziek volgt en
één voorbeeld waar dat duidelijk niet het geval is

Slide 23 - Question ouverte

Drie voorbeeld waar de montage de muziek volgt zijn:
  • De muziek valt stil als de moeder met haar kind de soldaten tegemoet loopt op de trappen.
  • De muziek verandert van karakter als de moeder is neergeschoten.
  • De muziek verandert bij het sterven van de jonge vrouw.
  • De muziek bij de wisseling van trappenscène naar de Potemkinscène.
Eén voorbeeld waar de montage de muziek niet volgt is:
  • In de trappenscène verandert de muziek noch montage als het jongetje wordt neergeschoten, terwijl je dat bij zo’n moment wel zou verwachten.

Slide 24 - Diapositive

Vraag 3. Welk effect wilde Eisenstein met attractiemontage bereiken?

Slide 25 - Question ouverte

Vraag 3.De effecten die Eisenstein met attractiemontage wilden bereiken zijn:

  • Zo wil hij de kijker activeren (manipuleren) die kan niet anders dan reageren op wat hij ziet.
  • Door deze manier van monteren gaat de kijker juist meeleven met het gewone volk en wint Eisenstein ze voor de communistische zaak (omdat hij ze als machteloze individuen tegenover het grote, anonieme leger plaatst)

Slide 26 - Diapositive

Bekijk de trappenscenes 
Vraag 4. In de trappenscene van "The Untouchables" zie je overeenkomsten en verschillen met de scene van Eisenstein. 

Beschrijf minimaal 5 verschillen en
5 overeenkomsten tussen
beide trappenscenes.


Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Overeenkomsten

  • In Potemkin gaat het over matrozen, in Unt. komt ook een matroos voor (begin)
  • Beiden scènes spelen zich af op een trap
  • Op beide trappen een moeder met kinderwagen
  • In beide films word geschoten
  • Beiden erg gewelddadig/bloederig
  • In beide de goeden tegen de slechteriken

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Leg uit aan de hand van de CAMERA-AFSTAND, hoe het komt dat de toeschouwer zich niet identificeert met het leger, maar wel met de massa? Bespreek zowel het leger als de massa in je antwoord.

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Beschrijf twee aspecten van de CAMERAVOERING waardoor dit kantelpunt wordt benadrukt.

Slide 41 - Question ouverte

Slide 42 - Diapositive