Paragraaf 4 ultraviolet en infrarood van H6 licht

Paragraaf 4 zichtbaar licht / kleuren zien
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 4 zichtbaar licht / kleuren zien

Slide 1 - Diapositive

“wit” licht

Je kunt met behulp van een prisma (een doorzichtig object)  een regenboog zichtbaar maken van een bundel “wit” licht. 
Je noemt die regenboog het spectrum van “wit” licht.

voorbeelden van lichtbronnen die bij benadering wit licht geven zijn een gloeilamp, TL-balk en de zon.

Slide 2 - Diapositive

het spectrum van “wit” licht
“Wit” licht
Prisma
Spectrum

Slide 3 - Diapositive

kleuren zien

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

kleuren zien
Een voorwerp heeft de kleur van het licht dat wordt weerkaatst, zo is een spijkerbroek blauw omdat de broek alleen het blauwe licht weerkaatst. Gras is groen omdat het gras alleen groen licht weerkaatst.

Witte voorwerpen weerkaatsen alle kleuren licht.
Zwarte voorwerpen absorberen alle kleuren licht.
Blauwe voorwerpen weerkaatsen alleen blauw licht.
Groene voorwerpen weerkaatsen alleen groen licht.
Rode voorwerpen weerkaatsen alleen rood licht, etc.

Slide 7 - Diapositive

kleuren zien
welke kleur heeft een blauwe broek wanneer deze alleen licht ontvangt van een rode spotlicht?

Slide 8 - Diapositive

kleuren zien
welke kleur heeft gras onder een lamp die wit licht geeft?

welke kleur heeft een wit T-shirt wanneer deze alleen licht ontvangt van een rode spotlicht?

Welke kleur heeft een rode auto onder een natriumlamp (geeft geel licht)

Slide 9 - Diapositive

Een voorwerp is rood, omdat een een rood voorwerp
A
Rood licht absorbeert
B
Rood licht weerkaatst

Slide 10 - Quiz

Een wit voorwerp onder een rode lamp....
A
Blijft wit
B
Kleurt rood
C
Kleurt roze
D
Kleurt zwart

Slide 11 - Quiz

Welke kleur wordt een geel voorwerp onder een blauwe lamp?

Slide 12 - Question ouverte

Welke kleur wordt een wit voorwerp onder een blauwe lamp?

Slide 13 - Question ouverte

Welke kleur wordt een geel voorwerp onder een natriumlamp?

Slide 14 - Question ouverte

Welke kleur wordt een blauw voorwerp onder een natriumlamp?

Slide 15 - Question ouverte

werking kleurenfilter
Een kleurenfilter is een stuk doorzichtig, gekleurd glas of plastic. Een kleurenfilter laat slechts 1 kleur licht door, namelijk dezelfde kleur licht als de kleur die het filter heeft.

Slide 16 - Diapositive

proefje met kleuren filters

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Paragraaf 5 UV en IR

Slide 20 - Diapositive

straling van de zon
De zon geeft 3 soorten straling, namelijk:
1.) zichtbaar licht (alle kleuren licht)
2.) ultraviolette straling
3.) infrarodestraling

Slide 21 - Diapositive

zichtbaar licht

Slide 22 - Diapositive

ultraviolettestraling (UV)
Ultraviolette straling noemt men afgekort UV-straling.
UV-straling is ioniserende straling, dat betekent dat deze vorm van straling cellen kan veranderen.

van UV-straling kun je bruin worden. 
PAS OP! want als je niet verstandig om gaat met UV-straling, dan kun je ook verbranden of erger huidkanker krijgen.

Slide 23 - Diapositive

toepassingen van UV-straling

Slide 24 - Diapositive

huidkanker

Slide 25 - Diapositive

beschermen tegen UV-straling
Je kunt je huid beschermen tegen schadelijke UV-straling door je in te smeren met een zonnebrandcreme. De SPF (sun protect factor) geeft aan hoeveel keer je langer in de zon kunt zitten met zonnebrandcreme (ten opzichte van een niet ingesmeerde huid) zonder te verbranden. 

Slide 26 - Diapositive

zonnebrandfactor
Een zonnebrandcreme met factor 20 zorgt dus voor 20x meer bescherming dan een niet ingesmeerde huid. Stel je hebt rood haar en verbrand normaal al binnen 10 minuten, dan kun je met een factor 20 dus 20x 10 = 200 minuten (3 uur en 20 minuten) in de zon zitten zonder te verbranden

Slide 27 - Diapositive

zonnebrandcreme en pigment

Slide 28 - Diapositive

pigment

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Van welke straling wordt je bruin?
A
Zichtbaar licht
B
Infrarood licht
C
Ultraviolet licht

Slide 33 - Quiz

Geven wij mensen ook licht?
A
Ja, Zichtbaar licht
B
Ja, Infrarood licht
C
Ja, Ultraviolet licht

Slide 34 - Quiz

De factor 50 op zonnebrandcreme geeft aan....
A
Dat je met deze crème op 50 minuten in de zon kunt zitten
B
Dat je met deze crème op 50 minuten LANGER in de zon kunt zitten
C
Dat je met deze crème op 50x langer in de zin kunt zitten dan zonder deze creme

Slide 35 - Quiz

Famke heeft een lichte huid vol met sproeten en blond haar. Ze verbrand vaak al binnen 15 minuten. Hoe lang kan Famke in de zon zitten zonder te verbranden als zij factor 30 smeert?

Slide 36 - Question ouverte

Piet is een albino en verbrand normaal al binnen 5 minuten. Na het opsmeren van zijn zonnebrandcreme kan hij 250 minuten in de zon zitten (al doet hij dit zo min mogelijk). Welke factor heeft piet gesmeerd?
A
10
B
15
C
30
D
50

Slide 37 - Quiz

Tim heeft rood/rossig haar. Hij heeft zijn huid ingesmeerd met factor 15 is dit wat wordt geadviseerd?
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quiz

Sabine heeft factor 30 opgesmeerd en heeft berekend dat zij nu 750 minuten in de zon kan zitten zonder te verbranden. Welke kleur haar denk je dat Sabine heeft?
A
Rossig
B
Blond
C
Bruin
D
Zwart

Slide 39 - Quiz

Noem 2 toepassingen van ultraviolette licht

Slide 40 - Question ouverte

Noem 2 toepassingen van infrarood licht

Slide 41 - Question ouverte

Slide 42 - Diapositive