Lezen H5 H6 - 2hv

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Voordat we gaan beginnen...

10 minuten lezen uit je leesboek

In stilte!

Lezen

Tekst en publiek (H6)

Doel

Aan het eind van deze les weet je voor welk publiek een tekst is geschreven en waar je dit aan kan herkennen.

Noem een soort tekst + het publiek

Theorie

Tekst en publiek

Een tekst is altijd voor een bepaald publiek geschreven.

Het publiek kan je opmerken aan de volgende dingen:

- het onderwerp

- de bron

- het taalgebruik

- de lay-out

Wat is het publiek van het boek 'Nieuw Nederlands - 2hv'

Wat is het publiek van
'De Volkskrantmagazine'

Wat is het publiek van
'&C Magazine'

Wat is het publiek van
'Santé'

Volgende week woensdag

Startopdracht + opdracht 1

Bladzijdes 162 t/m 164

Inleveren via Teams Opdrachten

Volgende week vrijdag: fictie-opdracht!

Voordat we gaan beginnen...

10 minuten lezen uit je leesboek

In stilte!

Lezen

Tekst en publiek (H6)

Doel

Aan het eind van deze les weet je voor welk publiek een tekst is geschreven en waar je dit aan kan herkennen.

Wat weet je nog?

Wat is het publiek van het Algemeen Dagblad?

Wat is het publiek van de Donald Duck?

Wat is het publiek van Instagram?

Huiswerk nakijken

Startopdracht + opdracht 1

Blz. 162 t/m 164

Woensdag 26 mei

Opdracht 2

Bladzijdes 164 + 165

Inleveren via Teams Opdrachten

Aanstaande vrijdag: fictie-opdracht!

Lezen

Tekst en publiek (H6)

Doel

Aan het eind van deze les weet je voor welk publiek een tekst is geschreven en waar je dit aan kan herkennen.

Huiswerk nakijken

Opdracht 2 - blz. 164 + 165

Dit doen we via LessonUp!

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

Vraag 2

a steevast (al. 1): altijd

b kwakkelen (al. 1): problemen met je gezondheid hebben

c symptomen (al. 2): ziekteverschijnselen

d welbevinden (al. 1): lichamelijke, sociale en geestelijke gezondheid

e fenomeen (al. 1): verschijnsel

f fascinatie (al. 2): sterke belangstelling

g komt niet uit de lucht vallen (al. 2): heeft een oorzaak of reden

h een slag in de rondte (al. 5): ingespannen; zeer intensief

4. Wat is de oorzaak van het feit dat ze ziek worden?

5 + 6 Welke twee categorieën pechvogels zijn er en hoe ontstaat de ziekte bij deze twee categorieën?

7. Welke twee tips zou je aan vrienden geven?

8. Wat is het publiek van deze tekst?

Woensdag 2 juni

Maken: opdracht 4

Bladzijdes 166 + 167

Inleveren via Teams Opdrachten

Klaar? Laat aan mij weten of je het hebt ingeleverd en dan krijg je toestemming om de vergadering te verlaten.

Voordat we gaan beginnen...

10 minuten lezen uit je leesboek

In stilte!

Lezen

Tekst en publiek (H6)

Kritisch lezen (H5)

Doel

Aan het eind van deze les weet je voor welk publiek een tekst is geschreven en waar je dit aan kan herkennen.

Ook weet je hoe je kan beoordelen of een tekst betrouwbaar is of niet.

Huiswerk nakijken

Opdracht 4

Blz. 166 + 167

Opdracht 4

1 het belang van vakantie

2 eigen antwoord

3 De inleiding bestaat uit alinea 1 en 2. – toelichting: In deze alinea’s wordt het onderwerp van de tekst duidelijk gemaakt. Vanaf alinea 3 volgt meer uitleg/toelichting: daar begint het middenstuk.

4 a reilen en zeilen (al. 1): gang van zaken

b vergt (al. 1): vraagt; eist

c chronische (al. 1): langdurige

d op adem komen (al. 2): uitrusten

e relatief (al. 2): in verhouding tot iets anders

f routine (al. 5): steeds terugkerende bezigheid

Opdracht 4

f routine (al. 5): steeds terugkerende bezigheid; sleur

g op de langere termijn (al. 5): in de toekomst

h rompslomp (kadertekst 1): drukte; bezigheden

5 hoge bloeddruk; hoge hartslag; hart- en vaatziekten; ongezond gedrag zoals roken, drinken en ongezond eten; weinig beweging; geen goede slaap.

6 (1) middel: tijd om te herstellen van ons veeleisende leven; doel: niet instorten;

(2) middel: vakantie; doel: volledig herstellen van de spanning van je werk.

7 Omdat er dan een ‘lange’ tijd (langer dan weekenden, vrije avonden en andere vrije uren) even helemaal niets van je gevraagd wordt, zodat je kunt herstellen van de spanning van je werk.

Opdracht 4

8 A Mensen die vaker op vakantie gaan, voelen zich goed.

In alinea 3 gaat het vooral over onderzoeken die als uitkomst antwoord A hebben.

9 Welzijn is een toestand waarin we goed gehumeurd zijn, ons gezond voelen en tevreden zijn.

10 Door het feit dat je op vakantie zelf kunt bepalen wat je doet.

11 ‘Daardoor voel je je beter.’

12 Dan loop je het risico op een burn-out, ernstige vermoeidheidsklachten of erger. (zie alinea 5)

13 Nee, eigenlijk niet, want ‘Op naar Balkonia’ is een oproep om thuis te blijven (op je balkon) en uit het tekstje blijkt dat je een andere omgeving en andere routines beter loskomt van je dagelijkse rompslomp.

14 Omdat je dan de voorpret mist en die heeft positieve invloed op je gezondheid en je geluksgevoel.

Opdracht 4

15 Voor een volwassen, werkend publiek.

Dat kun je zien aan zinnen als:

- ‘Werken en met het reilen en zeilen in huis bezig zijn vergt nogal wat van ons.’

- ‘Soms moet je in je vrije uren namelijk nog dingen afmaken of je piekert over je werk.’

- ‘Je bent even helemaal los van de stress en werkeisen, en je doet heel andere dingen dan op een gemiddelde werkdag.’

- ‘Als je terugkomt, ligt er een berg werk te wachten en zit je al snel weer in de dagelijkse routine.’

Je kunt het ook zien aan de bron: de tekst komt uit de Quest; dit is een populairwetenschappelijk tijdschrift voor ‘hoogopgeleide en nieuwsgierige’ mensen tussen de 20 en 50 jaar.

Lezen H5

Kritisch lezen

Wanneer is een tekst betrouwbaar?

Een verhaal over een bekend voetbalechtpaar in Story.

1. betrouwbaar
2. niet betrouwbaar

Een artikel over slaapproblemen in Quest.

1. betrouwbaar
2. niet betrouwbaar

Een patiëntenfolder van een ziekenhuis over allergieën

1. betrouwbaar
2. niet betrouwbaar

Reclame voor een trilplaattrainer op www.tellsell.com

1. betrouwbaar
2. niet betrouwbaar

Een tekst over de inhoud van een boek op de achterflap.

1. betrouwbaar
2. niet betrouwbaar

Betrouwbaar of niet?

1. Is de schrijver deskundig en onpartijdig?

2. Wat is de bron van de teksrt?

3. Zijn de mensen die geïnterview worden, betrouwbaar en deskundig?

4. Is de informatie in de tekst nog actueel?

5. Klopt het wat de schrijver zegt? Laat hij geen dingen weg?

6. Gebruikt de schrijver sterke argumenten?

Volgende week

Maken: opdracht 5

Bladzijdes 136 + 137

Inleveren via Teams Opdrachten

Klaar? Dan mag je alvast je foto uploaden in Teams.