Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wat weet jij over Afrika?
Slide 1 - Carte mentale
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Les 1
Je kunt voor de natuurlandschappen in Afrika beschrijven wat hun ligging is ten opzichte van de evenaar, hoeveel en hoe lang het er regent en welke begroeiing er voorkomt.
Je kunt ten minste twee voorbeelden geven van dieren die in elk van deze natuurlandschappen leven.
Je kunt beschrijven hoe het tropische regenwoud in etages is opgebouwd.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Sleep de klimaten naar de juiste foto
Savanne-klimaat
Steppe-klimaat
Tropisch-klimaat
Woestijn-klimaat
Slide 11 - Question de remorquage
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Wat is de breedteligging?
A
De afstand tot de noordpool
B
De afstand tot de evenaar
C
De afstand tussen twee breedtepunten
D
De ligging ten opzichte van een breedtelijn
Slide 17 - Quiz
Dichtbij de evenaar noem je hoge breedteligging
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
Wat is geen reden dat gebieden op een hogere breedteligging minder zonne-energie krijgen?
A
zonnestralen leggen een langere weg af door de atmosfeer
B
De evenaar ligt hemelsbreed dichter bij de zon.
C
De zonnestralen vallen schuin op het oppervlak
Slide 19 - Quiz
Hoe-hoe regel Breedteligging: Hoe verder van de evenaar, hoe...
A
Warmer het klimaat
B
Kouder het klimaat
C
Droger het klimaat
D
Natter het klimaat
Slide 20 - Quiz
Bij verdamping verandert water in ?
A
IJs
B
Gas
C
Sneeuw
D
Regen
Slide 21 - Quiz
Condensatie
A
Water verandert in waterdamp
B
Waterdamp verandert in ijs
C
Waterdamp verandert in waterdruppels
D
IJs verandert terug naar water
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Wat is de savanne?
A
Grote zandvlakte in de tropen met hier en daar wat bomen.
B
Grote grasvlakte in de steppe met hier en daar wat bomen.
C
Grote zandvlakte in de steppe met hier en daar wat bomen.
D
Grote grasvlakte in de tropen met hier en daar wat bomen.
Slide 24 - Quiz
steppe:
A
Droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes.
B
Vochtig gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes.
C
Gebied waar meer dan genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes.
D
Droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van bomen en lage struikjes.
Slide 25 - Quiz
Welke natuurlandschappen vinden we in Afrika?
Slide 26 - Question ouverte
Rond de evenaar wordt de regen veroorzaakt door de
A
Gematigde temperaturen
B
Lage temperaturen
C
Hitte
D
Niks
Slide 27 - Quiz
Wat voor landbouw vinden we in het tropisch regenwoud?