Les 5 : Aller + voca Unité 4 (2A, 23 september)

timer
2:00
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

> Je bent bekend met de afspraken die we hebben gemaakt
> Je herkent het werkwoord 'aller' en kan het toepassen
> Je kent de woordjes van apprendre 1 + 2

Slide 2 - Diapositive

> Afspraken

> Huiswerkcontrole

> Travailler: menu au choix

> Lesson up = QUIZ


Slide 3 - Diapositive

1. Je komt rustig binnen; telefoon in de tas
2. Je pakt je spullen
3. Je wacht tot de les begint.


AFSPRAKEN

Slide 4 - Diapositive

Stappenplan:
1. 1e waarschuwing
2. Ik benoem: ik zie dat ..... en dat vind ik ....... = je naam op het bord
3. Je krijgt een andere plek + kruisje achter je naam
4. je wordt verwijderd uit de les



AFSPRAKEN

Slide 5 - Diapositive

timer
5:00
Iedereen meld zich aan bij de online methode via Magister/leermiddelen:
4YANMJEP

Slide 6 - Diapositive

> Oefenen met Apprendre: 1 + 2 
(page 35)
Livre of StudyGo of flitskaarten
> Extra oefenen 'aller' 8G + 8H 
(page 42) of wordwall (via Teams)
> Extra oefenen met Lire = page 39





Menu au choix
timer
15:00

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

ALLER (=gaan)

Slide 9 - Diapositive

                    ALLER
Je vais                    Ik ga
Tu vas                    Jij gaat              
Il/elle/on va            Hij/zij/men gaat
Nous allons             Wij gaan
Vous allez               Jullie gaan / U gaat
Ils/elles vont           Zij gaan

Slide 10 - Diapositive

Sleep de juiste vertalingen  naar elkaar toe. Sleep blauw naar rood!
l'ascenseur
la campagne
la salle de bains
la cuisine
l'escalier
de trap
de keuken
de lift
het platteland
de badkamer

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep de juiste vertalingen  naar elkaar toe. Sleep blauw naar rood!
à pied
faire du shopping
la boulangerie
le village
le centre ville
de bakker
te voet
winkelen
het centrum
het dorp

Slide 12 - Question de remorquage

Schrijf eens op wat het werkwoord ALLER betekent

Slide 13 - Question ouverte

Welke vormen van ALLER (gaan) ken je?

Slide 14 - Question ouverte

Hier volgen de vormen van ALLER (gaan)
je  vais                               nous  allons
tu  vas                                vous  allez
il va / elle va                    ils vont / elles vont

Slide 15 - Diapositive

Vul de passende vorm in bij:

Je ...
A
vais
B
vas
C
allez
D
vont

Slide 16 - Quiz

Vul de passende vorm in bij:

Nous ...
A
vas
B
va
C
allons
D
vont

Slide 17 - Quiz

Vul de passende vorm in bij:

Elles ...
A
vais
B
va
C
allons
D
vont

Slide 18 - Quiz

Is ALLER een regelmatig of een onregelmatig werkwoord?
A
regelmatig werkwoord
B
onregelmatig werkwoord

Slide 19 - Quiz

Vul de passende vorm in.

Mes copains ... au cinéma.
A
va
B
allez
C
allons
D
vont

Slide 20 - Quiz

Welke vorm van ALLER past bij:
Tu ...

Slide 21 - Question ouverte

Welke vorm van ALLER past bij:
Vous ...

Slide 22 - Question ouverte

Noteer
alle 6 vormen van
ALLER

Slide 23 - Carte mentale

Kun jij het werkwoord ALLER zonder voorbeeld al vervoegen?
Noteer je naam + ja / nee

Slide 24 - Question ouverte

Als je de vorige vraag met 'nee' hebt beantwoord...
  • moet je thuis regelmatig goed oefenen.
  • dat mag je ook doen als je de vraag  met 'ja' hebt beantwoord.

Slide 25 - Diapositive

Les devoirs
> leren Apprendre: 1 + 2 page 35
> leren 'aller' page 36
> lezen Apprendre 4/6 page 36







Slide 26 - Diapositive

> Ga naar page 12

> Lees de vragen bij exercice 1 



Slide 27 - Diapositive

Quoi (wat)? exercice 6, page 16
Comment (hoe)? tout seul (=alleen)
Durée (hoe lang)? 15 minuten 
--> eerste 5 minuten in ZS !
Fini (klaar)? 
keuze 1: woordjes leren --> page 35
keuze 2: extra lezen 
--> page 38 1-ster opdracht


timer
15:00

Slide 28 - Diapositive

J'aime .....

> On va faire les exercices en en classe.
> Schrijf je antwoorden op je blad.

Slide 29 - Diapositive

Cours 2 - 12 september

Staat klaar in Teams.

Nodig: 
1. cahier (schrift)
2. oortjes
3. laptop

Fini ? (klaar ?)
Ga leren Vocabulaire de base A t/m C
ZS 

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Quoi? faites exercice 1 et 2 page 11 
Comment? tout seul
Aide?: boek, woordenboek 
Durée? 10 minuten 
Pourquoi? om kennis te maken met de Franse cultuur, landen en producten. 
Fini? leer je nieuwe Franse zinnen

Slide 32 - Diapositive

> Je leert en maakt kennis met de Franse cultuur en gebruiken. 

> Je leert welke landen/werelddelen Frans zijn en welke producten afkomstig zijn uit Frankrijk

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive