§ 4.3 Grammaire I: menu au choix.

ALLER - GAAN
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

ALLER - GAAN

Slide 1 - Diapositive

Doel: je kunt het onregelmatige werkwoord aller gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Les:

- Oefenen: apprendre 7 & 9.
- Herhalen: aller.
- Zelfstandig werken. 
Huiswerk:

- Leren apprendre 1 t/m 4
- Maken § 4.3: menu au choix (2 oefeningen).

Slide 3 - Diapositive

Vertaal:
Tu habites dans un appartement?

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal:
Woon jij in een flatgebouw?

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal:
Wonen jullie in een flatgebouw?

Slide 6 - Question ouverte

Richting aangeven
Naar links
Naar rechts
Rechtdoor
Oversteken
Tout droit
À droite
Traverser
À gauche

Slide 7 - Question de remorquage

aller
=
  gaan



Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons
vont
vais
allez
vas
va

Slide 8 - Question de remorquage

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: aller.
Tu ... à l'école?

Slide 9 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: aller.
Jean et Marc ... au cinéma ensemble.

Slide 10 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: aller.
... ... en Hollande. (Wij gaan)

Slide 11 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: aller.
... ... en vacances! (Emma gaat)

Slide 12 - Question ouverte

Zelfstandig werken:
- Maken § 4.3: menu au choix (2 oefeningen).
- Leren apprendre 1 t/m 4.

Slide 13 - Diapositive