Lezen 3: P2 inleiding en slot

Welkom
Pak je laptop, zet hem aan en log in op LessonUp. Pak ook je boek en schrift alvast. 

                                                    Nederlands havo 4
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Pak je laptop, zet hem aan en log in op LessonUp. Pak ook je boek en schrift alvast. 

                                                    Nederlands havo 4

Slide 1 - Diapositive

Leesvaardigheid

  • Doel: ik herken kenmerken van inleiding en slot.
  • Doel: ik kan de kenmerken opnoemen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Inleiding
Een goede tekst bestaat uit drie delen: inleiding, middenstuk en slot.

De inleiding van een tekst heeft twee functies:
  1. de aandacht van het publiek trekken; 
  2. het onderwerp van de tekst introduceren. 

Slide 4 - Diapositive

Slot
Een tekst wordt afgerond met een slot. Het slot bevat meestal de hoofdgedachte van de tekst. Daarnaast bevat het slot soms (een combinatie van):
  • een samenvatting in enkele zinnen;
  • een afweging;
  • een aansporing of aanbeveling;
  • een toekomstverwachting. 

Slide 5 - Diapositive

Opdracht
  • Maak H1  P2 opdracht 2/4/6
  • Klaar? Kijk na. 
  • We bespreken zo een deel
timer
15:00

Slide 6 - Diapositive

Op welke manieren kan je de aandacht trekken?

Slide 7 - Question ouverte

Op welke manieren kan je het onderwerp introduceren?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Spelling
Vragen over Spelling H8?

We herhalen samen de paragrafen van Spelling H8. 

Slide 11 - Diapositive

Heb jij de wijzigingen ... (saven)?
A
gesaved
B
gesavet
C
gesafed
D
gesafd

Slide 12 - Quiz


Loop maar naar de maan!
'loop' is een
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
D
gw

Slide 13 - Quiz

Plaats hoofdletters en leestekens
dit is best lastig zei peter vind je niet

Slide 14 - Question ouverte

Het meervoud van filosoof is ...
A
filosoven
B
filosofen
C
filosoofs

Slide 15 - Quiz

Het verkleinwoord van 6 is ...
A
6-je
B
6'je
C
6 je
D
6je

Slide 16 - Quiz

Het is 'tarwemeel' met een tussen-e omdat...
A
er maar 1 van is
B
er geen meervoud van is
C
het geen zelfstand naamwoord is
D
omdat je de -e hoort

Slide 17 - Quiz

schrijf correct:
Of ik mee doe, hangt er van af.

Slide 18 - Question ouverte

spel kort en correct:
kinder speel goed winkel en kinder kleding winkel
A
kinder speelgoedwinkel en kledingwinkel
B
kinderspeelgoedwinkel en kleding-
C
kinderspeelgoed- en -kledingwinkel
D
kinderspeel goed- en kledingwinkel

Slide 19 - Quiz

spel correct:
D66 lid

Slide 20 - Question ouverte

spel correct en plaats indien nodig een accentteken:
derriere

Slide 21 - Question ouverte

Bij sommige(n) scholieren staan er veel koekjes thuis op tafel, bij andere(n) weinig.
A
sommige, andere
B
sommigen, andere
C
sommige, anderen
D
sommigen, anderen

Slide 22 - Quiz

Huiswerk
Vrijdag 8 okt: 
H1 Basis: P2 inleiding en slot: 
opdr. 2, 4, 6

Leer de spellingsregels!!!

Donderdag 7 okt: Toets Spelling

Slide 23 - Diapositive