wrkwoordspelling verleden tijd

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je vandaag doen?
- Lezen in je leesboek voor de leesopdracht (dat heb je al gedaan)
- herhalen persoonsvorm tegenwoordige tijd
- oefenen
- nieuwe lesstof
- oefenen

Slide 2 - Diapositive


persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 3 - Diapositive

Even weer oefenen!

Slide 4 - Diapositive

Jij (hebben) een mooie fiets
A
heb
B
hebt
C
hebd

Slide 5 - Quiz

De docenten van klas 1 (gaan) vergaderen.
A
ga
B
gaat
C
gaan

Slide 6 - Quiz

Ik (zetten) thee voor mij moeder.
A
zette
B
zett
C
zetten
D
zet

Slide 7 - Quiz

Hij (bakken) pannenkoeken met zijn vader
A
bak
B
bakt
C
bakd
D
bakken

Slide 8 - Quiz

Hier volgt een stukje theorie over de verleden tijd! Kijk het HELE filmpje!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Schrijf (in je schrift) de werkwoorden juist: in VERLEDEN TIJD

1. Zij (hebben) een verjaardag gisteren.
2. Oma (helpen) haar buurvrouw met boodschappen doen.
3. Ik (haasten) me gisteren om de bus te halen.
4. Vorig jaar (spelen) de voetbalclubs nog wedstrijden in juni.
5. Hij (worden) geholpen door de buurman.
6. Mijn moeder en ik (wandelen) vorige week 6 km.

Slide 11 - Diapositive

Maak een foto van je schrift met antwoorden, OF stuur de antwoorden via een privebericht in Webex!

Slide 12 - Question ouverte

Ik snap hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijft.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 13 - Quiz

Ik snap hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd schrijft.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 14 - Quiz

Heb je nog vragen over dit onderwerp?

Slide 15 - Question ouverte

Voordat je de lessonup afsluit, meld je even af in Webex bij je docent!

Slide 16 - Diapositive

Tot woensdag! 

Slide 17 - Diapositive