Gedichten

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welkom DV3!
Deze les:
Lezen
Terugblik
Verder met poëzie



Slide 2 - Diapositive

Lezen
Ga 10 minuten voor jezelf in stilte lezen. Vul op Classroom in welk boek je gaat lezen. 

Leesboek vergeten? 
Ga nieuws lezen op je laptop. Zorg dat je vanaf 
volgende week je leesboek bij hebt.

timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Welke kenmerken heeft poëzie?

Slide 4 - Diapositive

Kenmerken van poëzie
De nadruk ligt op 
  • de vorm (strofes en witregels)
  • klank (rijm)
  • beeldspraak/figuurlijk taalgebruik vb. Mijn kamer is een zwijnenstal.




Slide 5 - Diapositive

Is er sprake van beeldspraak?

Slide 6 - Diapositive

Hij ging er vandoor als een bliksemschicht.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

De school is een groot gebouw.
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Mijn moeder zegt dat liefde blind maakt.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Mijn laptop is zo traag als een slak.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

De auto rijdt over de snelweg.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Mijn vader is een boom van een kerel.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Terugblik: opdracht 
Schrijf een kort gedicht van minimaal 6 regels over het onderwerp 'vliegtuig'.

Maar let op: je mag de woorden die op het bord staan NIET gebruiken in je gedicht.

Maak hiervoor een document aan op Classroom.



timer
3:00

Slide 13 - Diapositive

Vul jouw vliegtuig-gedicht in.

Slide 14 - Question ouverte

Klassikale opdracht
We weten nu dat poëzie meer is dan je misschien had gedacht.

Poëzie is overal, op Google, TikTok, Instagram, maar ook op straat.




Slide 15 - Diapositive

Een gedicht uit mijn geboortedorp

Slide 16 - Diapositive

De dans van het zilveren 
en koperen muntgeld

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Klassikale opdracht
1. Ga naar straatpoëzie.nl
2. Zoek een gedicht dat bij jou in de buurt op straat is te vinden.
3. Pak hetzelfde document erbij (waar je je vliegtuiggedicht hebt gemaakt). 
4. Kopieer het gedicht en beantwoord de volgende vragen:
     - Waar gaat het gedicht over?
     - Voor wie denk je dat het gedicht is bedoeld?
     - Wat vind je van het gedicht? Leg je antwoord uit met 
        minimaal één sterk argument.

Eerder klaar? Kies een willekeurige plek uit en zoek daar een gedicht uit.

timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

Wat hebben jullie gevonden?

Slide 20 - Diapositive

Zelfstandige opdracht

Slide 21 - Diapositive

Zelfstandige opdracht
1. Zoek 2 gedichten die je mooi, ontroerend of leuk vindt. Daarna zoek je bij elk gedicht een passende afbeelding. Leg met een sterk argument uit waarom deze bij het gedicht past.

2. Schrijf zelf een gedicht. 
- Kies een afbeelding uit en schrijf daarbij een passend gedicht.
- Schrijf eerst een gedicht en zoek dan een passende afbeelding. 

Deze opdracht maak je in hetzelfde document als dat je daarnet hebt gebruikt.

Eerder klaar? 
Verzamel nog meer gedichten en afbeeldingen (stap 1) of schrijf een nieuw gedicht (stap 2).

Slide 22 - Diapositive