1 kader 5.2 Gedichten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

- Poëzie: figuurlijk taalgebruik en beeldspraak 

- Gedicht maken

In de zin "Zij is een koele kikker"
is gebruik gemaakt van beeldspraak.

1. WAAR
2. NIET WAAR

Lesdoelen Poëzie

Poëzie:

- Je kent het verschil tussen figuurlijk en letterlijk taalgebruik.

- Je weet wat beeldspraak is en herkent het.

- Je schrijf een gedicht waarin beeldspraak is gebruikt.

- opdracht komt terug bij BV

 Beeldspraak: notities

iets met iets anders vergelijken , op twee manieren:

1. met het woordje 'als':  Lachen als een boer met kiespijn.
                                   Hij is zo sterk als een beer.

2. zonder 'als' : Het arme schaap moest de wc schoon maken.

metafoor:

beeld om iets mee te vergelijken, het gaat er niet letterlijk over.

Welke metafoor vind jij?

metafoor?

Opdrachten:

maak opdracht 2 en 6

Klaar

Start met het eigen gedicht.

Nog eentje om over na te denken:

Welke metafoor vind jij ?

opdracht in ELO

Schrijf een gedicht:

*onderwerp:                                      grootouders/weekend/thuis/lente/geluk....

*gebruik minstens 1 metafoor: je gebruikt een beeld voor iets of iemand

*rijmen hoeft niet, mag wel

*hoofdletters zet jij waar jij ze nodig vindt

*verschillende lettertypes of kleuren mag

Lever het in via ELO/opdrachten (word-document of foto)

creativiteit kan niet fout zijn