Instructieles 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Maak je klaar voor de les:

iPad op de kop;

Schrift

Pen

Deze week:

iBook Argumentatieleer

Opdracht 1 t/m 11

(tijdsduur: ongeveer 45 minuten)

Maak aantekeningen.

Je krijgt uitleg over argumentatie.

Je gaat argumentatie toepassen.

Leerdoelen

Je weet wat een argument, een subargument, een tegenargument en een standpunt is en je kunt ze herkennen in een tekst.

Je weet wat enkelvoudige, meervoudige, onderschikkende en nevenschikkende argumentatie is en je kunt deze herkennen in een tekst.

Je kunt zelf een meervoudige, onderschikkende en nevenschikkende argumentatie verwoorden over een aangegeven onderwerp.

Startvraag

Wat weet je nog?

Argumentatie: kennen en herkennen.

Zelf argumentatie toepassen.

standpunt - argument

argument - standpunt

De film is blijkbaar afgelopen, de bioscoop is al leeggestroomd.

Er ligt een laagje ijs op de gracht. Het vriest kennelijk.

Het financieringstekort is nauwelijks kleiner geworden: het kabinetsbeleid is mislukt!

Motorrijden is ongevaarlijk. Er gebeuren meer ongelukken met auto's dan met motoren.

Telemann was een Duitse componist, hij zal wel veel bier gedronken hebben.

Argumentatie-structuur

Soms (vaak) lastig om het standpunt en het argument van elkaar te onderscheiden in een tekst.

Want en daarom (dus) zijn handige hulpmiddelen om het verschil te zien.

Nederland wil niet afhankelijk zijn van Rusland (arg), (dus) Nederland moet een alternatief voor Russisch gas vinden (stp)

Het lezen van een boek is een nuttige tijdsbesteding (stp), (want) je beleeft heel intens iets onbekends. (arg)

1

2

3

4

We hebben al heel lang niet geshopt.

Laten we naar de stad gaan.

Het is onaanvaardbaar dat hij een voldoende krijgt.

Hij heeft plagiaat gepleegd.

Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken.

Roken is ontzettend slecht voor de gezondheid.

Iedereen zou The Hate U Give moeten lezen.

Je ervaart dan de grote rol die racisme nog in de VS heeft.

A Zij heeft ruim voldoende ervaring in het basisonderwijs.

B Deze sollicitante is zeker geschikt voor die functie van hoofdonderwijzer.

C De school wilde het aantal vrouwelijk collega’s vergroten.

D Ruime ervaring is nodig voor deze functie.

E Zij is een vrouw.

F Zij past goed in de samenstelling van het team wat betreft leeftijd.

A

B

C

D

E

F

Let op: je moet alles verslepen!

enkelvoudig

enkelvoudig

ns onafhankelijk

ns onafhankelijk

ns afhankelijk

ns afhankelijk

onderschikkend

onderschikkend

Tegen Hans B. is bewezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de moord op vastgoedhandelaar Startstra en zijn vrouw. Bovendien is bewezen dat hij de zakenpartner met de dood heeft bedreigd en zeer grof geweld niet heeft geschuwd. Het is duidelijk dat B. er met een jaartje gevangenis niet vanaf zal komen.

Noteer per fragment:

Standpunt

Argument(en)

Argumentatiestructuur (enkelvoudig, onderschikkend, nevenschikkend afhankelijk of nevenschikkend onafhankelijk/meervoudig)

Ik heb vanavond geen zin om te koken. Laten we naar het nieuwe Koreaanse restaurant gaan. Je hebt zelf altijd aangegeven dat je van culinaire avonturen houdt en we hebben nog nooit Koreaans gegeten.

Peilingen spelen in verkiezingstijd een te grote rol. Het is al langer bekend dat kiezers zich er veel te veel door laten leiden. Ze stemmen nu eenmaal liever op winnaars dan op verliezers.

Ze verschafte hem een alibi.

Opdracht:

Jij vertrekt om je droom waar te maken. Stuur een bericht naar je ouders waarin je je vertrek bekend maakt.

Verplichte onderdelen:

Je standpunt;

Nevenschikkende argumentatie (benoem of het afhankelijk of onafhankelijk is);

Eén subargument.

Verplichte onderdelen:
Je standpunt;
Nevenschikkende argumentatie (benoem of het afhankelijk of onafhankelijk is);
Eén subargument.

Deze week:

iBook Argumentatieleer

Opdracht 1 t/m 11

(tijdsduur: ongeveer 45 minuten)

Stel je vragen aan de docent;

Kijk kritisch na;

Noteer wat je nog lastig vindt.