Vragen bij Overleven in Europa

Oefentoets Overleven in Europa
Hoofdstuk 2 en 3
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Overleven in Europa
Hoofdstuk 2 en 3

Slide 1 - Diapositive

De middellandse zee staat in verbinding met
A
de stille oceaan en de rode zee
B
de Atlantische oceaan, de rode zee en de zwarte zee
C
de zwarte zee, de golf van Mexico en de Atlantische oceaan
D
de zwarte zee, de rode zee en de Arabische zee

Slide 2 - Quiz

De water van de Middellandse zee is erg zout omdat
A
het water in dit gebied een andere samenstelling heeft
B
het water een hoge temperatuur heeft waardoor er veel verdamping is
C
het water een lage temperatuur heeft waardoor er weinig verdamping is

Slide 3 - Quiz

In de Middellandse zee verdampt er meer water dan er door neerslag en rivieren wordt aangevuld
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

In de Middellandse zee verdampt er meer water dan er aangevuld. Kies het juiste antwoord
A
Hierdoor daalt het waterpeil in de Middellandse zee
B
het waterpeil daalt niet omdat vanuit andere zeeën water naar binnen stroomt

Slide 5 - Quiz

Water met een hoge dichtheid is zwaar en zakt naar beneden. De dichtheid van water wordt bepaald door
A
temperatuur en vochtigheid
B
het gesteente en het zoutgehalte
C
de temperatuur en het zoutgehalte

Slide 6 - Quiz

Het zoutgehalte is het hoogste in
A
het oosten
B
het westen
C
het zoutgehalte is overal gelijk

Slide 7 - Quiz

In het oosten is het warmer waardoor er meer verdamping is (en het water dus zouter)
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

In het oosten is er minder verversing van het water (minder instroom vanuit andere wateren) waardoor het water zouter is
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Het mediterraanse klimaat wordt gekenmerkt door
A
warme natte zomers
B
warme droge winters
C
warme droge zomers
D
koude droge winters

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van het Cs klimaat in de zomer en winter?

Slide 11 - Question ouverte

De natuurlijk vegetatie bestaat uit:

A
1. bladverliezende struiken 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. manshoog doornachtig struikgewas (maquis)
B
1. varens 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. manshoog doornachtig struikgewas (maquis)
C
1.regenwouden 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. manshoog doornachtig struikgewas (maquis)
D
1. bladverliezende struiken 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. naaldbomen

Slide 12 - Quiz

In het mediterrane gebied wordt voornamelijk
A
aan akkerbouw gedaan (en tegenwoordig ook veel tuinbouw)
B
aan veeteelt gedaan
C
aan zowel akkerbouw als veeteelt gedaan

Slide 13 - Quiz

Leg aan de hand van de combinatie van een demografische en een fysisch-geografische oorzaak uit waarom het Middellandse Zeegebied te maken zou kunnen hebben met watertekorten.

Slide 14 - Question ouverte

Veeteelt is in het Middellands zeegebied van geringe betekenis
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Welk type veeteelt komt vooral voor in het MZ-gebied? En wat houdt dat in?
(schrijf dus niet op welke dieren er gehouden worden)

Slide 16 - Question ouverte

In berggebieden wordt er aan transhumance gedaan. Deze vorm van veeteelt neemt echter aan betekenis af
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat bedoelen ze met transhumance?

Slide 18 - Question ouverte

Welke aanpassingen zijn door de boeren gedaan in het Middellandse zeegebied? Noem er minstens drie.

Slide 19 - Question ouverte

landdegradatie wil zeggen dat
A
het land minder waard wordt
B
de kwaliteit van de bodem afneemt
C
de bodem naar beneden spoelt

Slide 20 - Quiz

Ontbossing kan leiden tot erosie en verwoestijning
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Op wat voor manier zorgt ontbossing voor bodemerosie en modderstromen?

Slide 22 - Question ouverte

Irrigatie
Ontbossing
Overbeweiding
Verzilting

Slide 23 - Question de remorquage

Door overbeweiding verdwijnt vegetatie. De bodem wordt dan niet meer vastgehouden door plantenwortels. Zo ontstaan erosie en verwoestijning.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Erosie is ongunstig voor de plaats waar de erosie plaatsvindt. Een positief gevolg is echter
A
dat het vruchtbare laagje dat wegspoelt elders blijft liggen en hier een vruchtbare bodem ontstaat
B
dat op de plaats waar de erosie plaatsvindt een nieuwe vruchtbare bodemlaag ontstaat.
C
dat het vruchtbare laagje dat wegspoelt zich over de hele wereld verspreidt en zo de bodem vruchtbaarder wordt
D
dat de bodem harder wordt waardoor je er makkelijker kunt bouwen

Slide 25 - Quiz

Verzilting heeft vaak een antropogene (door de mens veroorzaakte) oorzaak. Deze oorzaak is
A
een verkeerde manier van irrigeren
B
het kappen van bossen
C
kwelwater onder dijken

Slide 26 - Quiz

Verzilting kan worden voorkomen door
A
overdag veel water over de akkers te laten vloeien
B
zuiniger met water om te gaan waardoor de grondwaterspiegel niet omhoog komt
C
alleen te irrigeren op hele warme dagen

Slide 27 - Quiz

Oceanische plaat
Continentale plaat
Trog
Vulkanisme
Subductie

Slide 28 - Question de remorquage

Waarom blijven de mensen toch bij een vulkaan als de Vesuvius wonen?

Slide 29 - Question ouverte

Gebruik de bron. Verklaar het
ontstaan van een caldera bij de Vesuvius.

Slide 30 - Question ouverte

Er zijn veel vulkanen die explosievere erupties hebben dan de Vesuvius. Toch wordt de Vesuvius tot een van de gevaarlijkste vulkanen van de wereld gerekend.
Waarom leveren erupties van de Vesuvius zo veel gevaar op?

Slide 31 - Question ouverte

Waar ligt
het epicentrum?
A
Bij A
B
Bij B

Slide 32 - Quiz

Alpiene plooiingsfase is de meest recente plooiingsperiode, die aan het eind van het tertiair is begonnen en nog steeds voortduurt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

timer
1:00
Divergentie
Convergentie
Transform

Slide 34 - Question de remorquage

Explosief
Basalt
Effusief
Graniet
Schildvulkaan
Stratovulkaan
Convergent
Divergent

Slide 35 - Question de remorquage

Heb je de stof onder controle?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage

Wat de toets een voldoende?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Sondage