Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Overleven in Europa H2
Overleven in Europa
H2 Verder kijken dan de costa's
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Overleven in Europa
H2 Verder kijken dan de costa's
Slide 1 - Diapositive
De middellandse zee
A
is op 3 plaatsen toegankelijk voor zeeschepen
B
is op 1 plaats toegankelijk voor zeeschepen
C
is niet toegankelijk voor zeeschepen
Slide 2 - Quiz
De middellandse zee staat in verbinding met
A
de stille oceaan en de rode zee
B
de Atlantische oceaan, de rode zee en de zwarte zee
C
de zwarte zee, de golf van Mexico en de Atlantische oceaan
D
de zwarte zee, de rode zee en de Arabische zee
Slide 3 - Quiz
De Atlantische zee is toegankelijk via
A
de straat van Gibraltar
B
het Suez kanaal
C
de Bosporus
D
het Panamakanaal
Slide 4 - Quiz
De rode zee is toegankelijk via
A
het Suez kanaal
B
het Panamakanaal
C
de Bosporus
D
de straat de Gibraltar
Slide 5 - Quiz
De kustlijn van de Middellandse zee is erg onregelmatig met veel schiereilanden
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
De straat van Gibraltar is smal en diep
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
De Middellandse zee is zouter dan de Atlantische oceaan
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
De water van de Middellandse zee is erg zout omdat
A
het water in dit gebied een andere samenstelling heeft
B
het water een hoge temperatuur heeft waardoor er veel verdamping is
C
het water een lage temperatuur heeft waardoor er weinig verdamping is
Slide 9 - Quiz
In de Middellandse zee verdampt er meer water dan er door neerslag en rivieren wordt aangevuld
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
In de Middellandse zee verdampt er meer water dan er aangevuld. Kies het juiste antwoord
A
Hierdoor daalt het waterpeil in de Middellandse zee
B
het waterpeil daalt niet omdat vanuit andere zeeën water naar binnen stroomt
Slide 11 - Quiz
Water met een hoge dichtheid is zwaar en zakt naar beneden. De dichtheid van water wordt bepaald door
A
temperatuur en vochtigheid
B
het gesteente en het zoutgehalte
C
de temperatuur en het zoutgehalte
Slide 12 - Quiz
Het zoutgehalte is het hoogste in
A
het oosten
B
het westen
C
het zoutgehalte is overal gelijk
Slide 13 - Quiz
In het oosten is het warmer waardoor er meer verdamping is (en het water dus zouter)
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
In het oosten is er minder verversing van het water (minder instroom vanuit andere wateren) waardoor het water zouter is
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Hoe dieper
A
hoe kouder het water
B
hoe warmer het water
Slide 16 - Quiz
Het mediterraanse klimaat wordt gekenmerkt door
A
warme natte zomers
B
warme droge winters
C
warme droge zomers
D
koude droge winters
Slide 17 - Quiz
De natuurlijk vegetatie bestaat uit:
A
1. bladverliezende struiken 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. manshoog doornachtig struikgewas (maquis)
B
1. varens 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. manshoog doornachtig struikgewas (maquis)
C
1.regenwouden 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. manshoog doornachtig struikgewas (maquis)
D
1. bladverliezende struiken 2. niet bladverliezende vegetatie met lange wortels en kleine bladeren 3. naaldbomen
Slide 18 - Quiz
In het mediterrane gebied wordt voornamelijk
A
aan akkerbouw gedaan (en tegenwoordig ook veel tuinbouw)
B
aan veeteelt gedaan
C
aan zowel akkerbouw als veeteelt gedaan
Slide 19 - Quiz
Een nadeel van droge akkerbouw is
A
dat het erg arbeidsintensief is
B
dat er een twee- of driejarige cyclus is en de grond dus vaak braak ligt
C
dat er irrigatie nodig is om voldoende opbrengst te krijgen
Slide 20 - Quiz
Een voordeel van irrigatielandbouw is
A
dat er veel kapitaal voor nodig is
B
dat er weinig kennis voor nodig is
C
dat het weinig ruimte in beslag neemt
D
dat er mee gewassen geteeld kunnen worden en dat er meer oogsten mogelijk zijn
Slide 21 - Quiz
Een nadeel van irrigatielandbouw is
A
dat je erg afhankelijk bent van het klimaat
B
dat er een groter risico is op het mislukken van oogsten
C
dat het zeer kapitaal- en arbeidsintensief is
Slide 22 - Quiz
Veeteelt is in het Middellands zeegebied van geringe betekenis
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quiz
In berggebieden wordt er aan transhumance gedaan. Deze vorm van veeteelt neemt echter aan betekenis af
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quiz
landdegradatie wil zeggen dat
A
het land minder waard wordt
B
de productiecapaciteit van de bodem afneemt
C
de bodem naar beneden spoelt
Slide 25 - Quiz
Ontbossing kan leiden tot erosie en verwoestijning
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quiz
Door overbeweiding verdwijnt vegetatie. De bodem wordt dan niet meer vastgehouden door plantenwortels. Zo ontstaan erosie en verwoestijning.
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quiz
Erosie is
A
het uit elkaar vallen van gesteente
B
het oplossen van gesteente
C
de schurende en de de de transporterende werking van wind, water en ijs
D
achterlaten van sediment
Slide 28 - Quiz
In gebieden met veel reliëf is er een groot risico op erosie door afspoelend water
A
juist
B
onjuist
Slide 29 - Quiz
Erosie is ongunstig voor de plaats waar de erosie plaatsvindt. Een positief gevolg is echter
A
dat het vruchtbare laagje dat wegspoelt elders blijft liggen en hier een vruchtbare bodem ontstaat
B
dat op de plaats waar de erosie plaatsvindt een nieuwe vruchtbare bodemlaag ontstaat.
C
dat het vruchtbare laagje dat wegspoelt zich over de hele wereld verspreidt en zo de bodem vruchtbaarder wordt
D
dat de bodem harder wordt waardoor je er makkelijker kunt bouwen
Slide 30 - Quiz
Erosie kun je tegengaan door
A
op een juiste manier te irrigeren
B
hellingen te beplanten
C
de bodem langer kaal te laten liggen
Slide 31 - Quiz
Verzilting heeft vaak een antropogene (door de mens veroorzaakte) oorzaak. Deze oorzaak is
A
een verkeerde manier van irrigeren
B
het kappen van bossen
C
kwelwater onder dijken
Slide 32 - Quiz
Verzilting kan worden voorkomen door
A
overdag veel water over de akkers te laten vloeien
B
zuiniger met water om te gaan waardoor de grondwaterspiegel niet omhoog komt
C
alleen te irrigeren op hele warme dagen
Slide 33 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Vragen bij Overleven in Europa
Septembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragen bij Overleven in Europa
Octobre 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragen bij Overleven in Europa
Octobre 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragen bij Overleven in Europa 2.1
Octobre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragen bij Overleven in Europa 3.1
Septembre 2020
- Leçon avec
24 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragen bij Overleven in Europa 3.1
Avril 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herhaling hfd 2 par 3 t/m 5
Décembre 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragen bij Overleven in Europa 2.1
Octobre 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4