TT, VT en leestekens, les 6 oktober

Welkom!
Pak je chromebook, zet je tas op de grond.

Telefoons uit en niet zichtbaar.

Zit klaar zodat we direct met de les kunnnen beginnen.

Magister; controle absentie, chromebook en huiswerk. 

timer
1:00
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Pak je chromebook, zet je tas op de grond.

Telefoons uit en niet zichtbaar.

Zit klaar zodat we direct met de les kunnnen beginnen.

Magister; controle absentie, chromebook en huiswerk. 

timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Lesopbouw
  • Wat weet je al?
  • Doel
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Instapopdracht
  • Afsluiting + huiswerk noteren

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al?
Startopdracht Taalverzorging H1; 
       --> hoofdletters en leestekens
       --> Tegenwoordige tijd
       --> Verleden tijd

Slide 3 - Diapositive

Doel 1
Je kunt werkwoorden in de Tegenwoordige Tijd en de Verleden Tijd correct schrijven!

Slide 4 - Diapositive

Doel 2
Aan het eind van de les kun je de volgende leestekens 
goed toepassen in een zin:
  • punt
  • vraagteken
  • uitroepteken
  • hoofdletters gebruiken

Slide 5 - Diapositive

Werkwoorden in TT en VT
Gebruik het handige schema op de volgende dia.

- BEGIN ATIJD MET DE VRAAG; IS HET EEN PERSOONSVORM?
- Volg dan het schema en je schrijft ieder werkwoord goed!!

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Hij (evenaren)
zijn vader in wilskracht. VT

Slide 8 - Question ouverte

Het bestuur (achten)
de neef van de directeur niet in staat de zaak te leiden. VT

Slide 9 - Question ouverte

Hij (overschrijden)
de maximumsnelheid. TT

Slide 10 - Question ouverte

(Vinden)
je het niet interessant? TT

Slide 11 - Question ouverte

Samenwerken
Maak in tweetallen de oefening in Classroom > werkwoorden in TT en VT

timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

leestekens
?       --> vraagzin
      --> eind van een zin
      --> als er iets geroepen, geschreeuwd enz. wordt

Hoofdletters  --> gebruik je aan het begin van een zin
                             --> bij namen; Piet, Nijkerk, Noordzee

Slide 14 - Diapositive

Een voorbeeldje
hallo hoe gaat het met jou goed en met jou met mij gaat het ook goed op welke dag zullen we afspreken of hebben we al een afspraak nee ik geloof het niet is maandag goed maandag is goed
Voorbeeld met leestekens:
Hallo! Hoe gaat het met jou?
Goed, en met jou? 
Met mij gaat het ook goed. Op welke dag zullen we afspreken? Of hebben we al een afspraak? 
Nee, ik geloof het niet. Is maandag goed? 
Maandag is goed.

Slide 15 - Diapositive

hallo hoe gaat het met jou goed en met jou met mij gaat het ook goed op welke dag zullen we afspreken of hebben we al een afspraak nee ik geloof het niet is maandag goed maandag is goed

Slide 16 - Question ouverte

zelfstandig werken
Maak de opdrachten af in de planning!!!!!
Morgen SO Taalverzorging leestekens en TT/ VT

Slide 17 - Diapositive

afsluiting
Heb jij het doel bereikt?
Wat weet je nu over hoofdletters en leestekens?
Wat weet je nu over TT en VT?

Huiswerk: 
zie planner in het digitale boekqq

Slide 18 - Diapositive