1ha §2.7 Grammatica zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lesdoelstelling

Aan het einde van deze les kun je persoonsvorm (pv), werkwoordelijk gezegde (wg), onderwerp (o) en lijdend voorwerp (lv) herkennen en benoemen in een zin.

Mij hebben ze daar niets over verteld.

pv = hebben

wg = hebben verteld

o = ze

lv = niets 

Het ijs op de vijver is nog erg dun.

pv = is

wg = is

o = het ijs op de vijver

lv = x

Ik heb gisteren met mijn zusje een sneeuwpop gemaakt.

pv = heb

wg = heb gemaakt

o = ik

lv = een sneeuwpop

De juf heeft een leuke vakantie gehad.

pv = heeft

wg = heeft gehad

o = de juf

lv = een leuke vakantie

Ik heb gisteren met mijn zusje een sneeuwpop gemaakt.

pv = heb

wg = heb gemaakt

o = ik

lv = een sneeuwpop

We hebben gisteren op de schaatsbaan geschaatst.

pv = hebben

wg = hebben geschaatst

o = we

lv = x

Maken Test jezelf §2.7

Ga aan de slag met jouw taak.

Ik heb het leerdoel: 'pv, wg, o en lv herkennen en benoemen in een zin' behaald

1. Ja!
2. Nee
3. Ik snap het meeste wel.
4. Ik zou nog wel wat uitleg willen.

Deze les was zinvol voor mij.

😒🙁😐🙂😃

Wat wil je nog kwijt over deze les?