Woordenschat, gezegden, uitdrukkingen 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Wat betekenen de volgende uitdrukkingen, gezegdes, etc.

Er volgen dertig uitdrukkingen en gezegdes, kies steeds de juiste letter.

(GGB 1.1, 1.5, 1.8; 2F)

Goedgebekt zijn

1. goed kunnen spreken/niet op je mondje gevallen zijn
2. een knap gezicht hebben
3. een rimpelloos gezicht hebben

Dat is een wassen neus

1. dat stelt niets voor
2. dat is gelogen
3. dat is heel kwetsbaar

Je moet geen appels met peren vergelijken

1. geen onvergelijkbare dingen met elkaar vergelijken
2. geen verschillen tussen mensen benadrukken
3. geen problemen zoeken

Die nieuwe salesmanager is uit hetzelfde hout gesneden als Ivo

1. heeft dezelfde vooropleiding
2. behoort tot hetzelfde ras
3. heeft dezelfde eigenschappen

Dat is een teer punt

1. een smerig zaakje
2. een gevoelige zaak
3. een duistere,/ sombere zaak

Zij willen iemand de zwartepiet toespelen

1. proberen een slecht product te leveren
2. proberen iemand erbij te betrekken
3. proberen iemand de schuld te geven

Hij maakt zich er met een
jantje-van-leiden van af

1. hij raffelt het af
2. hij doet het heel goed
3. hij doet of zijn neus bloedt

In de schaduw van iemand staan

1. iemand na-apen
2. iemand in de weg staan
3. minder goed dan een ander zijn

Het gaat hard tegen hard

1. vechten
2. geen van de partijen wil toegeven
3. erg op elkaar lijken

De nieuwe directeur is een onbeschreven blad

1. iemand van wie nog niets bijzonders bekend is
2. iemand zonder strafblad
3. iemand die nooit gehuwd is geweest

De afgetreden burgemeester werd aan de schandpaal genageld

1. gevangen genomen
2. in het openbaar vernederd door op zijn fouten te wijzen
3. verboden een nieuwe baan te zoeken

Hij heeft ruggengraat

1. is een doorzetter
2. kan heel veel tillen
3. heeft chronische rugklachten

Iets met argusogen bekijken

1. iets nauwelijks volgen
2. iets met argwaan in de gaten houden
3. iets nauwlettend volgen

Iemand in zijn eigen sop gaar laten koken

1. iemand op het goede spoort zetten
2. iemand van top tot teen wassen
3. zich niet meer met iemand bemoeien

Spreken is zilver, zwijgen is goud

1. spreken is altijd de beste oplossing
2. je mond houden is erg onbeleefd
3. soms is het verstandig om niets te zeggen

Iets in een oogwenk doen

1. zonder nadenken
2. door alleen te kijken
3. heel snel

Hij probeert bij iemand in het gevlij te komen

1. in de buurt van iemand willen wonen
2. doen of zeggen wat iemand graag wil
3. naast iemand gaan zitten

Die twee kunnen niet samen door één deur

1. zij kunnen niet goed samenwerken
2. ze zijn veel te dik
3. ze hebben verschillende bazen

Dat is een open deur intrappen

1. zinloos werk doen
2. iets zeggen wat algemeen bekend is
3. profiteren van gunstige omstandigheden

Wat betekent de uitdrukking 'Met de deur in huis vallen'?

1. b) Meteen ter zake komen.
2. c) Voorzichtig iets bespreken.
3. a) Iemand onverwacht bezoeken.

Wat betekent de uitdrukking 'Hij betaalt als het schip met geld komt'?

1. a) Hij betaalt pas als hij rijk is.
2. b) Hij betaalt op een afgesproken datum.
3. c) Hij stelt betalingen altijd uit.

Wat betekent de uitdrukking 'Hij moet flink in de buidel tasten'?

1. c) Hij moet besparen op zijn uitgaven.
2. a) Hij moet diep in zijn zakken zoeken.
3. b) Hij moet veel geld betalen.

Wat betekent de uitdrukking 'Het gaat bergafwaarts met hem'?

1. a) Hij is onderweg naar de top.
2. b) Hij maakt geen vooruitgang.
3. c) Zijn situatie verslechtert.

Wat betekent de uitdrukking 'Een boom valt niet met de eerste slag'?

1. b) De natuur heeft tijd nodig om te veranderen.
2. c) Mensen veranderen moeilijk van mening.
3. a) Succes komt niet zonder geduld en inspanning.

Wat betekent de uitdrukking 'Dat is met geen pen te beschrijven'?

1. c) Je moet het schriftelijk uitleggen.
2. a) Het is erg moeilijk om iets op papier te krijgen.
3. b) Het is zo bijzonder of indrukwekkend dat woorden tekortschieten.

Wat betekent de uitdrukking 'Met de botte bijl hakken'?

1. b) Iets subtiel oplossen.
2. a) Iets heel onhandig aanpakken.
3. c) Iets zorgvuldig behandelen.

Wat betekent 'De bloemetjes buiten zetten'?

1. a) Iemand een bos bloemen geven.
2. c) De tuin opknappen.
3. b) Feestvieren en plezier maken.

Wat betekent 'Iets breed uitmeten'?

1. c) Iets vaag benoemen.
2. a) Iets uitgebreid bespreken of beschrijven.
3. b) Iets nauwkeurig meten.

Wat betekent 'Met iemand in de clinch liggen'?

1. a) Het ergens niet mee eens zijn en daarover ruzie maken.
2. c) Een goed gesprek met iemand voeren.
3. b) Samen een oplossing bedenken.