Woordenschat, gezegden, uitdrukkingen 2023

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom

Wat betekenen de volgende uitdrukkingen, gezegdes, etc.

Er volgen 28 uitdrukkingen en gezegdes, kies steeds het juiste antwoord .

Goedgebekt zijn

1. De gave hebben om vlot en overtuigend te kunnen spreken.
2. Zichzelf effectief kunnen verdedigen.
3. Een aantrekkelijke glimlach hebben.
4. Het vermogen hebben om luid te kunnen praten.

Dat is een wassen neus.

1. Een manier om iemand te waarschuwen voor gevaar
2. Een uitdrukking van teleurstelling.
3. Er werd gedaan alsof het heel wat was, maar het bleek niets voor te stellen

Op zijn qui-vive zijn

1. Alert en oplettend zijn.
2. Volledig ontspannen en onverschillig zijn.
3. Vrolijk en zorgeloos zijn.
4. Geïrriteerd en geërgerd zijn.

Met de deur in huis vallen

1. Voorzichtig te werk gaan en alle details zorgvuldig bespreken.
2. Direct ter zake komen
3. Een ongewoon of ongepast moment kiezen om iets te zeggen.

Het is water naar de zee dragen

1. Iets moeilijks doen met weinig inspanning.
2. Iets dat nutteloos is of geen effect heeft.
3. Iets onmogelijks proberen.

Die nieuwe salesmanager is uit hetzelfde hout gesneden als Ivo

1. heeft dezelfde vooropleiding
2. heeft een sterke familieband
3. heeft dezelfde eigenschappen

Dat is een teer punt

1. een smerig zaakje
2. een gevoelige zaak
3. een duistere/ sombere zaak

Zij willen iemand de zwartepiet toespelen

1. proberen een slecht product te leveren
2. proberen iemand erbij te betrekken
3. proberen iemand de schuld te geven

De vuile was buiten hangen.

1. Privézaken publiekelijk bespreken
2. Het uiten van waardering voor iemands inspanningen.
3. Niet om de waarheid heen draaien

Hij maakt zich er met een jantje-van-leiden van af

1. hij raffelt het af
2. hij doet het heel goed
3. hij doet of zijn neus bloedt

In de schaduw van iemand staan

1. iemand na-apen
2. iemand in de weg staan
3. minder goed dan een ander zijn

De bal ligt bij jou

1. Er is sprake van een balans of evenwicht.
2. iemand iets vergeven
3. De verantwoordelijkheid voor het nemen van een beslissing of actie ligt bij iemand anders.

Het gaat hard tegen hard

1. elkaar het leven zuur maken
2. geen van de partijen wil toegeven
3. erg op elkaar lijken

De nieuwe directeur is een onbeschreven blad

1. iemand van wie nog niets bijzonders bekend is
2. iemand zonder strafblad
3. iemand die nooit gehuwd is geweest

De afgetreden burgemeester werd aan de schandpaal
genageld

1. gevangen genomen
2. in het openbaar vernederd door op zijn fouten te wijzen
3. verboden een nieuwe baan te zoeken

Hij heeft geen ruggengraat

1. is geen doorzetter
2. kan heel weinig tillen
3. heeft chronische rugklachten

Iemand de wind uit de zeilen nemen

1. Iemand een gunst verlenen.
2. Iemand het gevoel geven dat hij of zij de controle heeft.
3. Iemand beletten succes te hebben of zijn plannen te dwarsbomen.

Iets met argusogen bekijken

1. Iets met grote belangstelling onderzoeken.
2. ets met argwaan en achterdocht observeren.
3. Iets onverschillig en ongeïnteresseerd bekijken.
4. Iets met waardering en begrip beschouwen.

Iemand in zijn eigen sop gaar laten koken

1. iemand op het goede spoort zetten
2. iemand van top tot teen wassen
3. zich niet meer met iemand bemoeien

Iemand met de nek aankijken

1. Iemand negeren of minachten.
2. Iemand vriendelijk begroeten en glimlachen.
3. Iemand een knuffel geven.

Iets in een oogwenk doen

1. zonder nadenken
2. door alleen te kijken
3. heel snel

We zullen om de tafel gaan zitten

1. Samen een maaltijd delen en praten.
2. Met elkaar in discussie gaan om een probleem op te lossen.
3. Samen gezellig een borrel drinken

De kogel is door de kerk.

1. Er zijn steeds minder gelovigen die naar de kerk gaan
2. De beslissing is definitief genomen.
3. Er is een nieuwe belofte in de kerk gedaan.

Die twee kunnen niet samen door één deur

1. zij kunnen niet goed samenwerken
2. ze zijn veel te dik
3. ze hebben verschillende bazen

Dat is een open deur intrappen

1. zinloos werk doen
2. iets zeggen wat algemeen bekend is
3. profiteren van gunstige omstandigheden

Iemand een oor aannaaien

1. Iemand een luisterend oor bieden.
2. Iemand bedriegen of misleiden.
3. Iemand oprecht en eerlijk behandelen.

Het hoofd boven water te houden

1. hij heeft financiële problemen
2. hij blijft blij en positief blijven, zelfs in moeilijke omstandigheden.
3. hij is alert en oplettend

Een dubbeltje op zijn kant

1. Een klein bedrag dat iemand heeft verdiend.
2. Heel veel geluk hebben
3. Een onzekere situatie waarin de uitkomst onduidelijk is.

Einde van de toets

Jullie kunnen verder met oefenen in Taalblokken voor Examen Lezen en Luisteren 2F of op Facet.onl