Herhaling grammatica T3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Vandaag: herhaling grammatica

Wij kijken vandaag naar:

-Wat weet en kan je nog van grammatica?

-Wat vind je nog lastig?

Maar we beginnen met:

Wat kan jij nog opnoemen van wat wij allemaal over grammatica geleerd hebben? (in je boekje spieken is verboden!)

-Denk 1 minuut na voor jezelf

-Deel het daarna met je buurvrouw/man (2 minuten)

-Daarna bespreken wij het klassikaal!

Nu even de aantekeningen checken!

-Wissel jouw boekje met degene van jouw buurman/vrouw!

-Neem 2 minuten lang de aantekeningen door.

-Vergelijk dan of iemand iets mist of is vergeten op te schrijven!

Welke zinsdelen ken je nog?

Op welke manieren kan je de pv (persoonsvorm) vinden?

En wat is het werkwoordelijk gezegde ook alweer?

Ohja en het meewerkend voorwerp, hoe herken je die?

En dan hebben wij nog zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden. Wat weet je hier nog van?

Even snel herhaling over zelfstandige zww en hww.

-Er staat in een zin ALTIJD een zww. (zelfstandig werkwoord)

-Een zww is het belangrijkste ww in de zin.

-De persoonsvorm is altijd een hww, tenzij er maar één werkwoord staat.

-Kennen jullie de wegstreepmethode nog?

En de bwb dan? (bijwoordelijke bepaling) Wat is dat?

De groep van meester Jan rent de hele tijd weg.
Wat is het onderwerp?

1. De groep
2. Meester Jan
3. De groep van meester Jan
4. De hele tijd

Morgen ga ik het cadeautje geven aan Bart.
Wat is hier de lv?

1. Morgen
2. Ik
3. Het cadeautje
4. Bart

Morgen ga ik het cadeautje geven aan Bart.
Wat is hier het mv?

1. Morgen
2. Ik
3. Bart
4. Aan Bart

Morgen ga ik het cadeautje geven aan Bart.
Wat is de bwb in deze zin?

1. Morgen
2. Ga
3. Ik
4. Er is geen bwb

Ontleed deze zin redekundig! (in zinsdelen)
Ik ga overmorgen mijn kleingeld doneren aan War Child.

Ontleed deze zin redekundig! (in zinsdelen)
Hebben alle T3-leerlingen een dikke voldoende gekregen?

Ontleed deze zin redekundig! (in zinsdelen)
Wanneer zouden wij het cijfer aan die trotse leerling gaan vertellen?

Ontleed deze zin redekundig! (in zinsdelen)
De tandartsassistente heeft stiekem alle tandenborstels meegenomen.

Zijn er nog vragen?

Steek je hand gerust op! :)

Heb je dit onderdeel onder de knie?

Ik vind het nog best lastig.

Ik snap sommige dingen, maar andere dingen snap ik niet

Ik snap het, ik moet alleen nog leren.

Ik snap en kan het helemaal!