Module 4: grondwoord, samenstelling en afleiding

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Uit hoeveel lettergrepen bestaat het woord 'raket'?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Noteer een samenstelling van 2 grondwoorden.

Slide 11 - Question ouverte

Noteer een samenstelling van 3 grondwoorden.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

muis + val = ?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

spin + web?

Slide 17 - Question ouverte

een + persoon + bed = ?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Voeg een voorvoegsel toe aan 'formeel'. Welk woord krijg je dan?

Slide 21 - Question ouverte

Voeg een achtervoegsel toe aan 'bloem' zodat je een verkleinwoord krijgt. Welk woord krijg je dan?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Voeg een voorvoegsel en achtervoegsel toe aan 'berg'. Welk nieuw woord krijg je?

Slide 27 - Question ouverte

Voeg een voorvoegsel en achtervoegsel toe aan 'weer'. Welk nieuw woord krijg je?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Beer wordt...

Slide 30 - Question ouverte

Verrassing wordt ...

Slide 31 - Question ouverte

Wat past niet in het rijtje?

hond - ezeltje - kat
A
hond
B
ezeltje
C
kat

Slide 32 - Quiz

Wat past niet in het rijtje?

man - jaar - heid
A
man
B
jaar
C
heid

Slide 33 - Quiz

Wat past niet in het rijtje?

jurken - broek - kind
A
jurken
B
broek
C
kind

Slide 34 - Quiz