Grammar - Present Perfect

Present Perfect - 
Quiz + herhaling
Doel:
Ik kan de tijd correct gebruiken bij het schrijven van zinnen en
 kan aangeven wanneer deze tijd wordt gebruikt.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Present Perfect - 
Quiz + herhaling
Doel:
Ik kan de tijd correct gebruiken bij het schrijven van zinnen en
 kan aangeven wanneer deze tijd wordt gebruikt.

Slide 1 - Diapositive

Signaalwoord 
recently.
I
have
bought
house

Slide 2 - Question de remorquage

Vorm - to have + voltooid deelwoord 
Let op! 
Have/has + voltooid deelwoord

He/she/it has 
Overige = have 

Kies bij de volgende vragen de juiste vorm van to have 

Slide 3 - Diapositive

Thomas _______ not been to Spain yet.
A
have
B
has

Slide 4 - Quiz

Louise and Gregory _______ not been to London since the lockdown.
A
have
B
has

Slide 5 - Quiz

My parents and I _______ been to Greece since my 5th birthday.
A
have
B
has

Slide 6 - Quiz

I _______ never been to Spain.
A
have
B
has

Slide 7 - Quiz

 to have + voltooid deelwoord 
Let op! 
Have/has + voltooid deelwoord

= werkwoord + ed (regelmatig)
of 3e rijtje - (onregelmatig) = uit je hoofd leren.... 


Slide 8 - Diapositive

Present Perfect:
have/has
 + voltooid deelwoord

Regelmatig 
I have walked 
He has worked
We have cooked




Onregelmatig (irregular)
I have seen
They have slept
Tim has known

+ed

Slide 9 - Diapositive

She has never ____________ kissed.
(to be)
A
been
B
beed

Slide 10 - Quiz

She has never ____________ that movie (to see).
A
seed
B
sawd
C
seen

Slide 11 - Quiz