2.1. Botten

Leerdoelen 2.1
-Je kunt de verschillende botten van het skelet benoemen  
-Je kunt de bouw van de wervelkolom beschrijven en uitleggen  
-Je kunt de 4 taken van het skelet benoemen  
-Je kunt botweefsel herkennen op een microscopische foto  
-Je kunt uitleggen waaruit botweefsel en kraakbeen bestaat  
-Je kunt uitleggen hoe botweefsel en kraakbeen van elkaar verschillen en waarom dit belangrijk is voor de taak van het weefsel



1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen 2.1
-Je kunt de verschillende botten van het skelet benoemen  
-Je kunt de bouw van de wervelkolom beschrijven en uitleggen  
-Je kunt de 4 taken van het skelet benoemen  
-Je kunt botweefsel herkennen op een microscopische foto  
-Je kunt uitleggen waaruit botweefsel en kraakbeen bestaat  
-Je kunt uitleggen hoe botweefsel en kraakbeen van elkaar verschillen en waarom dit belangrijk is voor de taak van het weefsel



Slide 1 - Diapositive

2.1. Botten

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Skelet of beenderstelsel
206 beenderen of botten.

Schedel wordt gedragen door je wervelkolom
(bestaat uit wervels). 

Borstkas
(borstbeen, ribben en
wervels waaraan ribben zitten)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Taken van het skelet
1. Stevigheid geven
2. Vorm geven
3. Bescherming geven
4. Beweging mogelijk maken

Slide 7 - Diapositive

De bouw van botten
- Beenweefsel (beencellen groeien in ringen)
- Bloedvaten (stoffen aan- en afvoeren) en zenuwen (pijn voelen)
- Holle ruimte met beenmerg

~ geel
beenmerg (=vet opslag) 
in pijpbeenderen
~ rood beenmerg (=bloedcellen vormen)
 in platte beenderen 

Slide 8 - Diapositive

Beencellen
Stevige stof met veel kalk en een beetje lijmstof.

Tussen de beencellen in. 

Kalk maakt botten hard, lijmstof maakt botten wat buigzaam. 

Slide 9 - Diapositive

Kraakbeencellen
Kraakbeenweefsel bestaat uit kraakbeencellen.

Geleiachtige stof met veel lijmstof en weinig kalk. 

Tussen de kraakbeencellen.                     Heel buigzaam!


Waar zit kraakbeen? Wat zijn we zoal al tegen gekomen?

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag... 
Maken opdracht 3 en 4   +    6 t/m 12. 

Goed leren bronnen 2.1!


Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen 2.1
-Je kunt uitleggen hoe het wervelkolom schokken op kan vangen
-Je kunt de verschillen uitleggen tussen topgangers, teengangers en zoolgangers

Slide 12 - Diapositive

2.1. Soepelheid van baby's
Skelet bijna helemaal
uit kraakbeen. 

Lijmstof --> buigzaam, niet
stevig!
Ouder worden? Kraakbeen verandert langzaam in been
--> verbening!

Slide 13 - Diapositive

Je wordt langer dankzij groeischijven in je pijpbeenderen

In de puberteit worden de kraakbeencellen vervangen door beencellen en stop je met groeien. 

Slide 14 - Diapositive

Wervelkolom 
Schokken opvangen door:
1. de speciale vorm (dubbele S-vorm)
2. Kraakbeenschijven


Slide 15 - Diapositive

Bouw van wervels

Slide 16 - Diapositive

Topganger, teenganger en zoolganger
-> Hoe hard een dier kan lopen hangt van de bouw van de poten. 

Waar loopt het dier op? 
Kun je voorbeelden geven?

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag... 
Practicum botjes 

Volgende les af: t/m 19 maken
Goed leren bronnen uit 2.1

Slide 18 - Diapositive