4.2 Kernstraling - deel 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Kernstraling

Hoofdstuk 4

Paragraaf 2

Planning

Leerdoelen

Herhalen

Uitleg 

Oefenen

Leerdoel

Je leert dat de straling van radioactieve stoffen ontstaat binnen in het atoom. 

De samenstelling van een atoom

De kern van een atoom:

• Protonen
• neutronen

Elektronenwolk

• Elektronen
  

Atoomsoorten

Elk atoomsoort heeft een naam, een symbool en een atoomnummer. 

Binas tabel 33

Wat is het symbool van helium?

Wat is het symbool van chloor?

Wat is het symbool van aluminium?

Wat is het atoomnummer van chloor?

Wat is het atoomnummer van kobalt?

Wat is het atoomnummer van radium?

Atoomnummer

Maar waarvoor heb je dat atoomnummer nou eigenlijk nodig?

Het atoomnummer geeft aan hoeveel protonen en elektronen je hebt. 

Atomen

Protonen zijn positief

Elektronen zijn negatief.

Atomen als geheel zijn ongeladen, want het aantal protonen is precies gelijk aan het aantal elektronen. 

Protonen = elektronen 

            p = e

IJzer heeft een atoomnummer van 26. Hoeveel protonen en elektronen heeft ijzer?

Helium heeft een atoomnummer van 2. Hoeveel protonen en elektronen heeft helium?

Nikkel heeft een atoomnummer van 28. Hoeveel protonen en elektronen heeft Nikkel?

Periodiek systeem

Maakwerk

Opgaven: 50, 54,59, 62