Rekonomie (3e) H3. Indexcijfers

Week 37 (vanaf 9 september 2024)
Hoofdstuk 3. Indexcijfers
  • actualiteit
  • leerdoelen
  • instructie
  • maakwerk: opdracht 3.3, 3.4, 3.7, 3.10, 3.11 en 3.12
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Week 37 (vanaf 9 september 2024)
Hoofdstuk 3. Indexcijfers
  • actualiteit
  • leerdoelen
  • instructie
  • maakwerk: opdracht 3.3, 3.4, 3.7, 3.10, 3.11 en 3.12

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen H3. Indexcijfers
  • Ik kan procentuele veranderingen omzetten in indexcijfers.
  • Ik kan indexcijfers berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Indexcijfers
Een indexcijfer is een getal dat de verhouding uitdrukt van een grootheid tot een referentiewaarde (basisjaar!). De referentiewaarde is het basisjaar, waarin het indexcijfer altijd 100 is! Je vergelijkt getallen onderling met elkaar.
   
Zo kan men aan de hand van de indexcijfers op uniforme wijze een overzicht krijgen van de ontwikkeling of verdeling van die grootheid. Wikipedia (NL)

Wat betekent het indexcijfer 103?
  • een stijging van 3% t.o.v. het basisjaar
Wat betekent het indexcijfer 94?
  • een daling van 6% t.o.v. het basisjaar



Slide 3 - Diapositive

Indexcijfer (CPI) en Big Mac Index
De Consumenten Prijs Index (CPI) is een indexcijfer (links). Het geeft hier de verhouding weer t.o.v. basisjaar 2015.

De Big Mac Index (rechts) is een wat vreemd indexcijfer. Het geeft geen verhouding weer t.o.v. een basis(jaar) van 100, maar vergelijkt de prijs van een Big Mac t.o.v. een dollar ($).

Slide 4 - Diapositive

Indexcijfer en procentuele verandering
  • Een indexcijfer is geen percentage!
  • Indexcijfer 103 is een stijging van 3% t.o.v. het basisjaar.
  • Het basisjaar is het uitgangspunt waarmee je alle andere getallen mee vergelijkt.



  • Met indexcijfers kun je ook de procentuele verandering uitrekenen.
IndexCijfer=WaardeBasis(Jaar)WaardeHuidig(Jaar)100
ProcentueleVerandering=Oud(NieuwOud)100

Slide 5 - Diapositive

Oefening CPI
1. Met hoeveel procent is het CPI gestegen in juli 2024 t.o.v. het basisjaar?
  • 31,85%
2. Bereken het indexcijfer juli 2024 met als basismaand januari 2024 en de procentuele verandering.
  • indexcijfer = (waarde huidige maand / waarde basis maand) x 100
  • indexcijfer = 1(31,85 / 127,11) * 100 = 103,73
  • dat is een stijging van 3,73% t.o.v. januari 2024
  • procentuele verandering = ((N - O) / O) x 100% = ((131,85 - 127,11) / 127,11) x 100% = 3,73%  
3. Bereken het indexcijfer november 2023 met als basismaand oktober 2023 en de
     procentuele verandering.
  • indexcijfer = (waarde huidige maand / waarde basis maand) x 100
  • indexcijfer = (126,40 / 127,73) * 100 = 98,96
  • dat is een daling van 1,04% t.o.v. oktober 2023
  • procentuele verandering = ((N - O) / O) x 100% = ((126,40 - 127,73) / 127,73) x 100% = -1,04% 

Slide 6 - Diapositive

Oefening Big Mac Index
De Big Mac Index is een wat vreemd indexcijfer. Het vergelijkt immers niet met een
basis(jaar) 100 maar met een dollar ($). We kunnen er wel een indexcijfer met een
basis 100 van maken.

1. Bereken het indexcijfer van de Big Mac in Zwitserland t.o.v. basis Verenigd
    Koninkrijk en de procentuele verandering.
  • indexcijfer = (waarde / waarde basis) x 100
  • indexcijfer = (6,98 / 4,82) * 100 = 144,8
  • dat is 44,8% meer t.o.v. de prijs in het Verenigd Koninkrijk
  • procentuele verandering = ((N - O) / O) x 100% = ((6,98 - 4,82) / 4,82) x 100% = 44,8%  
2. Bereken het indexcijfer van de Big Mac in Rusland t.o.v. basis Nederland.
  • indexcijfer = (waarde / waarde basis) x 100
  • indexcijfer = (1,74 / 4,95) * 100 = 35,2
  • dat is 64,8% minder t.o.v. de prijs in Nederland
  • procentuele verandering = ((N - O) / O) x 100% = ((1,74 - 4,95) / 4,95) x 100% = -64,8%

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Maakwerk deze week
  • wat: opdracht 3.3, 3.4, 3.7, 3.10, 3.11 en 3.12 in je schrift
  • hoe: fluisterend overleg met buurman / buurvrouw mag
  • hulp: buurman / buurvrouw of steek je vinger op
  • tijd: tot 5 minuten voor einde les
  • uitkomst: zo ver mogelijk
  • klaar: ga verder met opdracht 3.15, 3.16, 3.17, 3.18, 3.19 en 3.24

Slide 10 - Diapositive

Week 37 (vanaf 9 september 2024)
Hoofdstuk 3. Indexcijfers
  • actualiteit
  • herhaling vorige les (indexcijfers)
  • leerdoelen
  • instructie
  • maakwerk: opdracht 3.15, 3.16, 3.17, 3.18, 3.19 en 3.24

Slide 11 - Diapositive

Herhaling vorige les (indexcijfers)
  • Een indexcijfer is geen percentage!
  • Indexcijfer 103 is een stijging van 3% t.o.v. het basisjaar.
  • Het basisjaar is het uitgangspunt waarmee je alle andere getallen mee vergelijkt.



  • Met indexcijfers kun je ook de procentuele verandering uitrekenen.
IndexCijfer=WaardeBasis(Jaar)WaardeHuidig(Jaar)100
ProcentueleVerandering=Oud(NieuwOud)100

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen H3. Indexcijfers
  • Ik kan procentuele veranderingen omzetten in indexcijfers.
  • Ik kan indexcijfers berekenen.
  • Ik kan indexcijfers omzet, afzet en prijs berekenen.
  • Ik kan nominale en reële indexcijfers berekenen.

Slide 13 - Diapositive

Indexcijfer van de afzet en omzet
Wat is afzet en omzet?
 - afzet = hoeveelheid verkochte goederen (q)
 - omzet = prijs x afzet (p x q)




Voorbeeld: mijn prijzen zijn 3% gestegen en mijn afzet 2%, hoeveel is mijn omzet gestegen?
  • let op: niet met 5%!
  • IndexCijferOmzet = (IndexCijferPrijs x IndexCijferAfzet) / 100
  • IndexCijferOmzet = (103 x 102) / 100 = 105,06, mijn omzet is dus met 5,06% gestegen
IndexCijferOmzet=100IndexCijferPrijsIndexCijferAfzet
IndexCijferAfzet=IndexCijferPrijsIndexCijferOmzet100

Slide 14 - Diapositive

Nominaal en reëel indexcijfer
Je nominale inkomen is je inkomen gemeten in geld, dat wat je op je bankrekening gestort krijgt.
Je reële inkomen is je inkomen gemeten in wat je ervoor kunt kopen (= koopkracht). Het reële
inkomen is dus gecorrigeerd met de prijsstijgingen (= inflatie) of prijsdalingen (= deflatie).

De procentuele veranderingen van het reële inkomen berekenen we via indexcijfers
met de formule:


  • Nominaal IndexCijfer (NIC) = verandering van het geldbedrag in procenten
        t.o.v. het basisjaar
  • Prijs IndexCijfer (PIC) = verandering van het gemiddeld prijsniveau in
        procenten t.o.v. basisjaar.
  • Reëel IndexCijfer (RIC) = verandering van de hoeveelheid goederen die
        met een bedrag gekocht kan worden in procenten t.o.v. het basisjaar (koopkracht)
ReeelIndexCijfer(RIC)=PrijsIndexCijfer(PIC)NominaalIndexCijfer(NIC)100

Slide 15 - Diapositive

Nominaal en reëel indexcijfer
Voorbeeld:
- Ik verdiende € 400 per maand, nu verdien ik €500 per maand.
- Mijn nominale inkomen is dus 25% gestegen, Nominaal IndexCijfer (NIC) = 125.
- De prijzen in de winkels met 5% gestegen, PrijsIndexCijfer (PIC) = 105 (CPI of inflatie).
- Met hoeveel procent verandert je reële inkomen (koopkracht)?

  • Reëel IndexCijfer (RIC) berekenen!
  • RIC = NIC / PIC x 100
  • RIC = 125 / 105 x 100 = 119,05
  • Je koopkracht is met 19,05% gestegen!



ReeelIndexCijfer=PrijsIndexCijferNominaalIndexCijfer100

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Maakwerk deze week
  • wat: opdracht 3.15, 3.16, 3.17, 3.18, 3.19 en 3.24 in je schrift
  • hoe: fluisterend overleg met buurman / buurvrouw mag
  • hulp: buurman / buurvrouw of steek je vinger op
  • tijd: tot 5 minuten voor einde les
  • uitkomst: zo ver mogelijk
  • klaar: ga verder met lezen hoofdstuk 1 De markt van lesbrief Vraag en Aanbod

Slide 18 - Diapositive