3.2 Verteringstelsel

3.2 Verteringsstelsel
Voorkennisvraag:
1. Door welk van deze organen van het verteringsstelsel loopt geen voedsel, maar spelen wel een belangrijke rol in het verteringsproces?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3.2 Verteringsstelsel
Voorkennisvraag:
1. Door welk van deze organen van het verteringsstelsel loopt geen voedsel, maar spelen wel een belangrijke rol in het verteringsproces?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 3.2 

- Je moet de organen van het verteringsstelsel kunnen noemen met hun functies en kenmerken

- Je moet de verteringssappen kunnen noemen met hun functies
! meeste staat in Binas 82 C, E, F. 

Slide 2 - Diapositive

Het darmkanaal
Mechanische vertering:
Het samentrekken van de kringspieren zorgt ervoor dat de voedselbrij gekneed wordt en goed gemengd wordt met verteringsap

Chemische vertering:
In de verteringsappen zitten enzymen die de voedingsstoffen in de voedselbrij afbreken in hun monomeren. Dit proces noem je de chemische vertering. 

Darmperistaltiek
Door afwisselend samentrekken van kring- en lengtespieren wordt de voedselbrij richting de anus vervoerd. Het voedsel kan hierdoor maar 1 richting op. 

Slide 3 - Diapositive

Lezen blz. 110-111
Tekstbegripsvragen:
1. Wat gebeurd er tijdens de vertering van voedsel? 
2. Wat gebeurd er met de verteringsproducten?
3. Hoe zorgt het lichaam ervoor dat de voedselbrij van mond naar anus wordt getransporteerd?
4. Wat is chemische vertering?
5. Welke functies heeft speeksel?
6. Welke functies heeft maagsap?

timer
4:00

Slide 4 - Diapositive

Vertering begint in de mond
  • mechanische vertering = kauwen zorgt ervoor dat oppervlakte van voedselbrij groter wordt = snellere vertering.
  • Speeksel bevat amylase = enzym dat zetmeel (amylose) kan afbreken
  • Speeksel bevat eiwitten die sommige bacteriën en schimmels kan doden

Slide 5 - Diapositive

Oppervlaktevergroting
belangrijk concept, komt op 3 verschillende manieren
terug bij vertering

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slikreflex
Als je slikt:
* Huig sluit de neusholte af
* Strotklep sluit de luchtpijp af

Slide 8 - Diapositive

Peristaltiek
Lengtespieren & kringspieren 

zie Binas 82C

Slide 9 - Diapositive

Maagporties = Kringspier  
(net zoals anus)
 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Leversap = gal
Lever maakt gal

GALzouten emulgeert:
grote vetdruppels tot kleine vetdruppels

-->
hierdoor groter oppervlak 
-->

LIPASE verteert:
vetmoleculen tot glycerol en 3 vetzuren
Bevat:
- Geen enzymen! 
- Wel afbraakproduct rode bloedcellen (billirubine) en cholesterol. 

Slide 12 - Diapositive

Vertering bij dieren: intracellulair (in de cellen) of extracellulair (buiten de cellen)? 
  • Intracellulair: fagocytose, voedings-vacuole, lysosomen 
  • Extracellulair: secretie van blaasjes met verteringsenzymen 

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag met de leerdoelen
Maak opdrachten 11 t/m 16

Slide 14 - Diapositive