voortplanting bij dieren

Voortplanting bij dieren
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Voortplanting bij dieren

Slide 1 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting
Als een dier zich ongeslachtelijk voortplant, dan:
  • Deelt het dier zich in twee nieuwe dieren
  • Legt het dier onbevruchte eitjes 
  • Ontstaat uit een deel van het dier een nieuw dier

Het nieuwe dier is 100% gelijk aan het ouderdier, want het erfelijk materiaal kan niet veranderen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting
Het dier deelt zich in twee nieuwe dieren.
Dit gebeurt voornamelijk bij eenvoudige (eencellige) dieren
De deling van een pantoffeldiertje

Slide 4 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting
Het dier legt onbevruchte eitjes.

Als er geen mannetjes aanwezig zijn kan de flappentak onbevruchte eitjes leggen. Dit zijn dan natuurlijk allemaal vrouwtjes

Slide 5 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting
uit een deel van het dier groeit een nieuw dier

Een kwal heeft geslachtelijke voortplanting. Hierna ontstaat er een poliep. Uit een poliep ontstaan, na deling, weer kleine kwallen: ongeslachtelijke voortplanting dus!

Slide 6 - Diapositive

Geslachtelijke voorplanting
Bij geslachtelijke voorplanting is er 
altijd een eicel (van het moederdier)
altijd een spermacel

Bij geslachtelijke voortplanting worden de chromosomen van de ouderdieren gemengd en ontstaat er een nieuw organisme met niet identieke genetische eigenschappen

Slide 7 - Diapositive

Geslachtelijke voorplanting
Geslachtelijke voorplanting kan bij verschillende diersoorten op verschillende manieren. 

Maar in alle gevallen is er een mannelijk en een vrouwelijk dier voor nodig, die geslachtscellen gebruiken voor de voortplanting

Slide 8 - Diapositive

Voortplanting gewervelden
Zoogdieren: baby groeit in de buik van de moeder en krijgt voedsel via de placenta.
Na de geboorte drinkt de baby melk (zoogt) bij de moeder

Slide 9 - Diapositive

Voortplanting gewervelden
Reptielen: leggen eieren met een schil van leer.
Eieren worden achter gelaten

Slide 10 - Diapositive

Voortplanting gewervelden
Amfibieën: leggen eieren zonder schil.
Eieren worden achter gelaten in het water

Slide 11 - Diapositive

Voortplanting gewervelden
Vissen: leggen eieren zonder schil.
Eieren worden vaak achter gelaten in het water

Slide 12 - Diapositive

Voortplanting gewervelden
Vissen: sommige vissen zijn levendbarend. 
Maar zij hebben geen placenta! De eitjes blijven in de buik van de moeder

Slide 13 - Diapositive

Voortplanting gewervelden
Vogels: leggen eieren met een schil van kalk.
Zij broeden op de eieren om deze op de goede temperatuur te houden en zorgen erna voor hun kuikens

Slide 14 - Diapositive

Herhaling gewervelden
Vogels:
  • warmbloedig,
  • ademt met longen
  • veren
  • eieren met schaal
Vissen:
  • koudbloedig,
  • ademt met kieuwen
  • schubben
  • eieren zonder schaal
Reptielen:
  • koudbloedig,
  • ademt met longen
  • schubben
  • eieren met leren schaal
Zoogdieren
  • warmbloedig,
  • ademt met longen
  • haren
  • baby in baarmoeder
Amfibieën:
  • koudbloedig,
  • ademt met longen (larve kieuwen) en huid
  • kaal
  • eieren zonder schaal

Slide 15 - Diapositive

Van welke soort organisme
zijn deze eieren?
A
vissen
B
reptielen
C
vogels
D
amfibieën

Slide 16 - Quiz

1. Alle dieren kunnen zich geslachtelijk voortplanten
2. Alle dieren kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten
3. Alle planten kunnen zich geslachtelijk voortplanten
4. Alle planten kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten
hint
Kijk goed of de bewering ALTIJD klopt!
hint 2
Kunnen alle planten zich geslachtelijk voortplanten?? Eencellige planten niet!
Denk zo ook na over de andere opmerkingen
A
alle beweringen zijn waar
B
1 en 2 zijn waar 3 en 4 zijn niet waar
C
1 en 3 zijn waar 2 en 4 zijn niet waar
D
alle beweringen zijn niet waar

Slide 17 - Quiz

Een soort is..
A
Dieren die samen onderling kunnen voortplanten.
B
Organismen die onderling kunnen voortplanten.
C
Organismen die vruchtbare nakomelingen kunnen maken
D
Dieren die vruchtbare nakomelingen kunnen maken.

Slide 18 - Quiz

Hoe past men bij dieren ongeslachtelijke voortplanting toe?
A
Door stekken
B
Door weefselkweek
C
Door klonen

Slide 19 - Quiz

Van welke soort organisme
zijn deze eieren?
A
vissen
B
reptielen
C
vogels
D
amfibieën

Slide 20 - Quiz

Is de lichaamstemperatuur van een zandhagedis warmbloedig of koudbloedig?
Plant de zandhagedis zich voort door eieren zonder schaal of met leerachtige schaal?
A
Temperatuur: warmbloedig Voortplanting: eieren zonder schaal
B
Temperatuur: warmbloedig Voortplanting: eieren met leerachtige schaal
C
Temperatuur: koudbloedig Voortplanting: eieren zonder schaal
D
Temperatuur: koudbloedig Voortplanting: eieren met leerachtige schaal

Slide 21 - Quiz

Hebben nakomelingen van ongeslachtelijke voortplanting hetzelfde genotype als de ouder?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

ongeslachtelijke voortplanting is
A
voortplanting door bevruchting
B
voortplanting zonder bevruchting

Slide 23 - Quiz

Je ziet hier een vliegende vos. Ze komen voor in Azië en hangen overdag in grote groepen in bomen te slapen. Tegen de schemering gaan ze op zoek naar voedsel.
Plant de vliegende vos zich voort d.m.v. eieren of levendbarend? En is hij warmbloedig of koudbloedig?
A
Voortplanting: eieren Temperatuur: warmbloedig
B
Voortplanting: eieren Temperatuur: koudbloedig
C
Voortplanting: levendbarend Temperatuur: warmbloedig
D
Voortplanting: levendbarend Temperatuur: koudbloedig

Slide 24 - Quiz



Pinguïns
A
Huid: veren Ademhaling: longen
B
Voortplanting: ei kalkschaal Ademhaling: door de huid
C
Voortplanting : ei kalkschaal Koudbloedig
D
Huid: veren Koudbloedig

Slide 25 - Quiz

Van welke soort organisme
zijn deze eieren?
A
vissen
B
reptielen
C
vogels
D
amfibieën

Slide 26 - Quiz

Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn geslachtscellen nodig.
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Wat is waar over geslachtelijke voortplanting?
A
Organismen die hierbij ontstaan (nakomelingen) hebben telkens hetzelfde genotype
B
Dit moet altijd met hetzelfde geslacht zijn
C
Organismen die hierbij ontstaan (nakomelingen) hebben telkens een ander genotype)
D
Dit komt alleen bij mensen voor

Slide 28 - Quiz


Wat weet je over de voortplanting van een reptiel?
A
Eieren met kalkschaal
B
Eieren met leerachtige schaal
C
Eieren zonder schaal
D
Zonder ei: levendbarend

Slide 29 - Quiz

Hoe plant een amoebe zich voort?
A
door deling
B
door kleine eitjes zonder schil
C
door kleine eitjes met schil
D
Niet

Slide 30 - Quiz